ECLI:NL:RBZLY:2007:AZ9345
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning bijzondere bijstand voor crematiekosten en de rechterlijke toetsing van het besluit
In deze zaak staat de vraag centraal of het besluit van verweerder om eiseres een bedrag van € 442,23 aan bijzondere bijstand toe te kennen voor de crematiekosten van haar moeder, de rechterlijke toets kan doorstaan. Eiseres heeft op 4 mei 2004 de uitvaartverzorging ingeschakeld voor de crematie van haar moeder, waarvoor een kostenbegroting van € 5429,41 is opgesteld. Eiseres heeft een uitkering van € 588,86 ontvangen van een uitvaartpolis en heeft een aanvraag voor bijzondere bijstand ingediend bij verweerder. Verweerder heeft op 29 november 2005 besloten om eiseres een bedrag van € 442,23 toe te kennen, na aftrek van de uitkering en rekening houdend met de maximale vergoeding van € 2800,00 voor crematiekosten. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar dit is ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft de zaak op 9 januari 2007 behandeld, waarbij eiseres in persoon aanwezig was, bijgestaan door haar gemachtigde. De rechtbank overweegt dat de kosten van een crematie niet tot de noodzakelijke kosten van de overledene behoren, maar tot de passiva van de nalatenschap. Eiseres en haar broers en zussen zijn erfgenamen en kunnen bijzondere bijstand aanvragen voor hun aandeel in de kosten, mits hun erfdeel niet toereikend is. De rechtbank concludeert dat verweerder binnen de grenzen van redelijkheid heeft gehandeld door een bedrag van € 2800,00 als voldoende te beschouwen voor de crematiekosten.
De rechtbank oordeelt dat het besluit van verweerder voldoende gemotiveerd is en dat het beroep van eiseres ongegrond wordt verklaard. De rechtbank ziet geen aanleiding om een partij te veroordelen in de kosten van de procedure. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 15 februari 2007, en er staat hoger beroep open voor belanghebbenden.