ECLI:NL:RBZLY:2007:BB5185
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Kort geding
- M. Zomer
- Rechtspraak.nl
Belemmering van erfdienstbaarheid van weg en toegang tot het heersende erf
In deze zaak, die voor de Rechtbank Zwolle-Lelystad werd behandeld, ging het om een kort geding tussen [eiser] en [gedaagde] met betrekking tot een erfdienstbaarheid van weg. [eiser] had op 24 juli 2006 een perceel cultuurgrond gekocht, dat als heersende erf fungeert, terwijl [gedaagde] eigenaar is van het dienende erf. De weg die van het dienende erf naar het heersende erf leidt, werd belemmerd door door [gedaagde] geplaatste objecten, waaronder betonnen palen en een coniferenhaag. [eiser] vorderde in kort geding dat [gedaagde] zou worden bevolen om deze belemmeringen te verwijderen en ongestoorde toegang te verlenen tot zijn perceel.
De voorzieningenrechter oordeelde dat er voldoende spoedeisend belang was bij de vorderingen van [eiser]. De rechter stelde vast dat de erfdienstbaarheid, zoals deze in 1991 was gevestigd, geen beperkingen kende voor het gebruik van zwaardere landbouwmachines. De door [gedaagde] aangebrachte objecten belemmerden de toegang tot het heersende erf, wat niet aanvaardbaar was. De rechter oordeelde dat [gedaagde] de belemmeringen diende te verwijderen en dat hij niet het recht had om het dienende erf af te sluiten.
In reconventie had [gedaagde] vorderingen ingesteld om [eiser] te verbieden om de door hem geplaatste objecten te verwijderen. Deze vorderingen werden afgewezen. De rechter veroordeelde [gedaagde] in de proceskosten, die aan de zijde van [eiser] waren begroot op EUR 1.239,31. Het vonnis werd uitgesproken op 27 juni 2007.