ECLI:NL:RBZLY:2008:BC8922
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om vergoeding van planschade op basis van artikel 49 WRO
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 1 april 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres A en verweerder, de gemeenteraad van Ommen, over de afwijzing van een verzoek om vergoeding van planschade. Eiseres, eigenaresse van twee percelen nabij Lemele, had op 14 januari 2004 een verzoek ingediend om vergoeding van planschade op grond van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) na een wijziging van het bestemmingsplan. Het verzoek werd afgewezen door verweerder op basis van een advies van de planschadebeoordelingscommissie, die concludeerde dat er geen sprake was van een planologische verslechtering.
Eiseres maakte bezwaar tegen dit besluit, maar ook het bezwaar werd ongegrond verklaard. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 22 januari 2008, waarbij eiseres in persoon verscheen, bijgestaan door een gemachtigde en een deskundige. De rechtbank heeft de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (Stab) om advies gevraagd over de vraag of de planologische maatregelen voor eiseres hebben geleid tot schade. De Stab concludeerde dat niet met zekerheid kon worden gezegd dat het oude plan eiseres de mogelijkheid bood om meer dan één zomerhuis te bouwen, en dat de planwijziging slechts de vage bouwmogelijkheid deed vervallen.
De rechtbank oordeelde dat de commissie op onjuiste gronden had geadviseerd en dat verweerder het advies niet had mogen volgen. De rechtbank volgde het advies van de Stab en oordeelde dat verweerder terecht had geweigerd om eiseres een planschadevergoeding toe te kennen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees op de mogelijkheid voor eiseres om alsnog een bouwvergunning aan te vragen voor een zomerhuis op een van haar percelen, waarbij verweerder had toegezegd dat artikel 19 van de WRO zou worden toegepast om vergunningverlening mogelijk te maken.