ECLI:NL:RBZLY:2009:BH4459

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
24 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
Awb 08/1252
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning Zorgzwaartepakket aan eiseres met lichamelijke handicaps en cognitieve stoornissen

In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 24 februari 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres A. te B. en de stichting Centrum Indicatiestelling Zorg, verweerder. Eiseres, die na een ernstig auto-ongeluk in 1998 lijdt aan diverse lichamelijke handicaps en cognitieve stoornissen, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van verweerder waarin haar een Zorgzwaartepakket (ZZP) Lichamelijk gehandicapt (LG) 04 werd toegekend voor 7 etmalen per week, zonder vervoer. Eiseres ontving de zorg in natura en had bezwaar gemaakt tegen het besluit, dat deels gegrond werd verklaard door verweerder, waarbij aanvullend vervoer werd toegekend.

Eiseres heeft op 1 augustus 2008 beroep ingesteld tegen het bestreden besluit van 23 juni 2008. Tijdens de zitting op 4 december 2008 heeft eiseres zich laten vertegenwoordigen door haar vader, terwijl verweerder werd vertegenwoordigd door mr. N. Benedictus en K.M. Reimert-Doorn. De rechtbank heeft vastgesteld dat zowel verweerder als het College voor zorgverzekeringen (CVZ) hebben aangegeven dat het ZZP LG 04 een passend pakket is voor eiseres. De rechtbank heeft ook de mening van Breidablick, de instelling waar eiseres verblijft, in overweging genomen, die bevestigde dat de indicatie juist is.

De rechtbank oordeelt dat het bestreden besluit in stand kan blijven. Eiseres had aangevoerd dat zij meer zorg nodig heeft, maar de rechtbank concludeert dat de indicatie voldoende is en dat er ruimte is voor aanpassing van zorg op basis van individuele behoeften. De rechtbank verklaart het beroep van eiseres ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken door de voorzitter en twee andere rechters, met mr. P.A.M. Spreuwenberg als griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
Sector Bestuursrecht, Meervoudige Kamer
Registratienummer: Awb 08/1252
Uitspraak
in het geding tussen:
A. te B,
eiseres,
gemachtigde (..),
en
de stichting Centrum Indicatiestelling Zorg, gevestigd te Driebergen, verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 20 september 2007 heeft verweerder eiseres medegedeeld dat zij in aanmerking komt voor een Zorgzwaartepakket (ZZP) Lichamelijk gehandicapt (LG) 04, voor 7 etmalen per week, geldig van 1 september 2007 tot 1 september 2012, zonder vervoer. Eiseres ontvangt de zorg in natura (ZIN).
Tegen dit besluit is op 25 oktober 2007 bezwaar gemaakt.
Bij besluit van 23 juni 2008 (het bestreden besluit) is het bezwaar deels gegrond verklaard. Aan eiseres is in aanvulling op het toegekende ZZP vervoer van en naar de instelling toegekend.
Namens eiseres is op 1 augustus 2008 beroep ingesteld.
Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken en een verweerschrift ingezonden.
Het beroep is op 4 december 2008 ter zitting behandeld.
Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar vader (..). Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. N. Benedictus en K.M. Reimert-Doorn.
2. Overwegingen
In geschil is of het bestreden besluit in rechte kan standhouden.
Bij de beoordeling gaat de rechtbank uit van de volgende feiten en omstandigheden.
Eiseres heeft in 1998 een ernstig auto ongeval gehad met ernstig hersenletsel tot gevolg.
Hierdoor heeft eiseres diverse lichamelijke handicaps en cognitieve stoornissen.
Op 12 juli 2007 heeft de vader van eiseres, in zijn hoedanigheid van mentor en bewindvoerder, door middel van het daartoe bestemde aanvraagformulier zorg aangevraagd ten behoeve van eiseres.
Naar aanleiding van dit verzoek heeft verweerder het primaire besluit genomen.
Op 31 maart 2008 heeft de arts/medisch adviseur van CIZ, K.M. Reimert-Doorn, gerapporteerd naar aanleiding van het ingediende bezwaar.
Op 3 april 2008 heeft verweerder een concept-beslissing op bezwaar voorgelegd aan eiseres. Tevens is het College voor zorgverzekeringen (CVZ) gevraagd om hierover te adviseren.
Eiseres is hiervan op de hoogte gesteld.
Op 20 juni 2008 heeft het CVZ advies uitgebracht aan verweerder omtrent de concept-beslissing op bezwaar. De strekking van het advies van het CVZ is dat de beslissing juist is en zorgvuldig tot stand gekomen.
Hierna heeft verweerder het bestreden besluit genomen.
Zijdens eiseres is aangevoerd dat zij zich niet in de bewoordingen van het bestreden besluit herkent. Haar toestand is duidelijk verbeterd als gevolg van een geoptimaliseerde medicatie. Er is progressie mogelijk indien de behandeling en begeleiding zo optimaal mogelijk zijn. Het is belangrijk dat eiseres alternatieven worden geboden voor haar studie en hobbies. De huidige leefomgeving van eiseres is niet geheel passend voor haar leeftijd. Er moet aandacht worden besteed aan een sociaal circuit en het op peil houden van de intelligentie. Eiseres acht de indicatie onvoldoende.
De rechtbank overweegt als volgt.
Verweerder hanteert bij de indicatiestelling de wettelijke regels zoals neergelegd in de Algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ), het besluit zorgaanspraken AWBZ, het Zorgindicatiebesluit en de hierop gebaseerde Beleidsregels indicatiestelling AWBZ.
In deze beleidsregels is aangegeven welke soorten zorg de diverse ZZP’s bevatten en voor wie deze pakketten bestemd zijn.
Het ZZP pakket 04, Lichamelijk gehandicapt (LG) omvat beschermd wonen met begeleiding en verzorging. Het ZZP bevat de volgende soorten zorg: verblijf, ondersteunende begeleiding (OB) inclusief dagbesteding, persoonlijke verzorging, verpleging, activerende begeleiding (AB) en behandeling. Er is sprake van 24 uur per dag toezicht (verblijf) en de overige vormen van zorg worden gedurende 26 uur per week gegeven. Voor wat betreft OB en AB biedt dit ZZP het hoogst mogelijke aantal uren.
Zijdens eiseres is aangegeven dat zij aan 26 uur zorg niet genoeg heeft. Zij wil meer uren voor dagbesteding (OB en AB) en meer uren voor behandeling, zoals logopedie en fysiotherapie.
De rechtbank stelt vast dat niet alleen verweerder en CVZ hebben aangegeven dat het ZZP LG 04 een voor eiseres passend pakket is. Ook Breidablick, de instelling waar eiseres momenteel meestentijds verblijft, heeft te kennen gegeven dat de gestelde indicatie juist is. Als Breidablick eiseres zelf had moeten beoordelen dan zouden zij op een gelijke indicatie uitkomen.
Deze omstandigheid in het oog houdend, is de rechtbank van oordeel dat verweerder eiseres een passend ZZP heeft aangeboden.
Voor zover eiseres meent dat zij van bepaalde soorten zorg meer (of minder) zou moeten krijgen kan altijd in overleg met de betrokken instelling worden bezien wat er mogelijk is. De indicatie voorziet immers niet in het rigide aanbieden van een vast aantal uren per zorgsoort, zodat het aantal uren naar individuele behoefte kan worden aangepast.
Voor zover eiseres graag meer uren zou krijgen ten behoeve van behandeling merkt de rechtbank op dat ter zitting door gemachtigde van verweerder uiteen is gezet dat niet alle soorten zorg vallen onder c.q. worden vergoed op basis van de AWBZ.
In zijn algemeenheid is AWBZ-zorg pas aan de orde als sprake is van een medische eindtoestand. Dit impliceert evenwel niet dat er op deelgebieden geen verbetering meer mogelijk is.
Het is in zo’n geval mogelijk dat naast de zorg die wordt gegeven vanuit de AWBZ ook zorg wordt geboden vanuit de Zorgverzekeringswet. Dit geldt bijvoorbeeld in geval van logopedie en fysiotherapie. Eiseres zal een en ander met haar eigen ziektekostenverzekeraar moeten kortsluiten.
Gezien het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het bestreden besluit in stand kan blijven. Het beroep van eiseres dient ongegrond te worden verklaard.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De rechtbank
- verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. F.G. van Arem, voorzitter, mr. M.I. Lammertsma-van der Heij en mr. A.I. van der Kris, rechters en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. P.A.M. Spreuwenberg als griffier, op
Afschrift verzonden op: