ECLI:NL:RBZLY:2009:BI1369
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen stopzetting huur- en zorgtoeslag vanwege einde rechtmatig verblijf partner
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 16 april 2009 uitspraak gedaan in een beroep tegen de stopzetting van huur- en zorgtoeslag per 1 augustus 2006. Eiseres, vertegenwoordigd door mr. R.J.J. Flantua, had bezwaar gemaakt tegen het besluit van de Belastingdienst/Toeslagen, dat de toeslagen stopzette vanwege het einde van het rechtmatig verblijf van haar partner. De rechtbank heeft vastgesteld dat de partner van eiseres, die sinds 2000 in Nederland verblijft, geen verblijfsvergunning heeft en dat dit van invloed is op de aanspraak op toeslagen. Eiseres voerde aan dat de stopzetting van de toeslagen in strijd is met verschillende internationale verdragen, waaronder het EVRM en het IVRK, en dat dit haar en haar kinderen in hun rechten beperkt.
De rechtbank oordeelde dat de stopzetting van de huur- en zorgtoeslag met terugwerkende kracht op 1 januari 2006 niet in stand kon blijven. De rechtbank stelde vast dat de Belastingdienst in het bestreden besluit ten onrechte had geoordeeld dat de stopzetting met terugwerkende kracht moest ingaan. De rechtbank oordeelde dat de zorgtoeslag indirect ten goede komt aan de niet legaal verblijvende partner, maar dat dit niet betekent dat eiseres recht heeft op de toeslagen. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit voor zover het de stopzetting van de huur- en zorgtoeslag met ingang van 1 januari 2006 betreft, maar verklaarde het beroep voor het overige ongegrond. Eiseres kreeg het griffierecht vergoed en de Belastingdienst werd veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 644,--.