ECLI:NL:RBZLY:2009:BI1910
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Kort geding
- J.W.F. Houthoff
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schorsing van uitvoering van Italiaans vonnis met omgangsregeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 17 maart 2009 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [A] en [B], waarbij [A] vorderde om de uitvoering van een Italiaans vonnis te schorsen dat een omgangsregeling voor hun kinderen [C] en [D] vaststelde. De procedure volgde op een eerder verstekvonnis van 1 juli 2008, waarin de omgangsregeling was vastgesteld. [A] voerde aan dat de omgangsregeling onpraktisch was en dat er nieuwe feiten waren die maakten dat de tenuitvoerlegging niet kon worden geaccepteerd. De voorzieningenrechter oordeelde dat de Nederlandse rechter bevoegd was op basis van de Brussel II bis-verordening, en dat het Nederlands recht van toepassing was. De rechter concludeerde dat de stellingen van [A] niet voldoende waren om de schorsing van het Italiaanse vonnis te rechtvaardigen, aangezien de nieuwe feiten niet door een onafhankelijke deskundige waren vastgesteld en reeds bekend waren ten tijde van het Italiaanse vonnis. De voorzieningenrechter vernietigde het eerdere verstekvonnis en wees de vorderingen van [A] af, terwijl de vordering in reconventie van [B] werd toegewezen, met de verplichting voor [A] om mee te werken aan de omgangsregeling, onder verbeurte van een dwangsom. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten droeg.