ECLI:NL:RBZLY:2009:BJ6461
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.P. Loman
- L.E.C. van Rijckevorsel-Besier
- W.J.B. Cornelissen
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen opgelegde boete wegens overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 9 juli 2009 uitspraak gedaan in een beroep tegen een boete die aan eiseres was opgelegd wegens een overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav). Eiseres, een garagebedrijf, had een Poolse werknemer in dienst zonder de vereiste tewerkstellingsvergunning. De boete van € 4.000,-- was opgelegd na inspecties door de arbeidsinspectie op 6 en 8 maart 2007, waarbij werd vastgesteld dat de werknemer werkzaamheden verrichtte zonder de benodigde vergunning. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de boete, maar dit werd ongegrond verklaard door verweerder, de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Tijdens de zitting op 17 april 2009 was eiseres niet aanwezig, maar verweerder werd vertegenwoordigd door mr. R.E. van der Kamp. De rechtbank overwoog dat de opgelegde boete terecht was, omdat eiseres niet had aangetoond dat zij zich voldoende had ingespannen om de overtreding te voorkomen. Eiseres had weliswaar de identiteit van de werknemer gecontroleerd, maar had verder geen adequate maatregelen genomen om te voldoen aan de Wav. De rechtbank concludeerde dat de boete op goede gronden was opgelegd en verklaarde het beroep ongegrond.
De rechtbank ging in haar overwegingen ook in op de vraag of de Wav in strijd was met het EG-verdrag, maar oordeelde dat de artikelen van de Wav niet in strijd waren met de Europese regelgeving. De rechtbank benadrukte dat de verplichting tot het hebben van een tewerkstellingsvergunning niet verviel in het geval van grensoverschrijdende dienstverlening, zoals eiseres had betoogd. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.