ECLI:NL:RBZLY:2009:BJ9165
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Oosterveld
- L.E.C. van Rijckevorsel-Besier
- G.P. Loman
- Rechtspraak.nl
Aanwijzing gronden in kader Wet voorkeursrecht gemeenten met betrekking tot afwijkend gebruik
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 29 september 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres, die een test- en trainingscentrum voor voertuigbeheersing en verkeersveiligheid exploiteert, en de Raad van de gemeente Lelystad. De eiseres had bezwaar gemaakt tegen besluiten van de gemeente om bepaalde percelen aan te wijzen als gronden waarop de bepalingen van de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) van toepassing zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemeente in afwijking van adviezen van een onafhankelijke commissie de bezwaren van eiseres ongegrond heeft verklaard. De rechtbank heeft de beroepen van eiseres ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelde dat het huidige gebruik van de percelen afwijkt van de toekomstige bestemming zoals vastgelegd in het Structuurplan Lelystad 2015. De rechtbank heeft daarbij benadrukt dat het criterium 'afwijkend gebruik' ruim moet worden opgevat en dat ook een vergelijkbaar, maar intensiever gebruik als afwijkend kan worden gekwalificeerd. De rechtbank concludeert dat de gemeente bevoegd was om het voorkeursrecht toe te passen, en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.