ECLI:NL:RBZLY:2011:BQ5114
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende verblijfsplicht en sociale voorzieningen
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 3 mei 2011 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, een 16-jarige jongen die sinds 2001 in Nederland verblijft, woont bij zijn vader in Almere. De verweerder, het college van burgemeester en wethouders van Almere, heeft verzoeker per brief van 18 januari 2011 geïnformeerd dat hij op korte termijn de noodopvang moet verlaten. Verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd door verweerder niet-ontvankelijk verklaard. Verzoeker heeft vervolgens beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat de opvang in Almere tijdens de procedure kan worden voortgezet.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker geen spoedeisend belang heeft bij het treffen van een voorlopige voorziening. De rechtbank heeft overwogen dat verzoeker de plicht heeft om in Vlagtwedde te verblijven, zoals opgelegd door de Minister van Immigratie en Asiel. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er geen sprake is van dreigende dakloosheid, aangezien verzoeker en zijn vader in de Vrijheidsbeperkende Locatie (VBL) Ter Apel kunnen verblijven en daar in hun levensonderhoud wordt voorzien. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er geen redenen zijn om aan te nemen dat verzoeker gedwongen van zijn vader wordt gescheiden of dat er acuut dreigende dakloosheid is.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman, voorzieningenrechter, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.