ECLI:NL:RBZUT:2000:AB0301
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.A. Offers
- A.C. de Visser
- E.G. de Jong
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechter in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak gaat het om een wrakingsverzoek van een rekwestrant tegen een rechter in een bestuursrechtelijke procedure. De rekwestrant had op 5 juni 2000 een uitnodiging ontvangen voor de behandeling van zijn beroep, maar diende later een wrakingsverzoek in. Dit verzoek werd ingediend omdat de rekwestrant niet op de hoogte was van de identiteit van de behandelende rechter. De wrakingskamer ontving het verzoek en stelde vast dat de rekwestrant niet had voldaan aan de eisen van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat vereist dat een wrakingsverzoek gespecificeerd moet zijn ten aanzien van de rechter waartegen het verzoek zich richt. De rekwestrant had geen feiten of omstandigheden aangedragen die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trokken.
De rechtbank oordeelde dat het wrakingsverzoek niet voldeed aan de wettelijke vereisten en dat het daarom buiten behandeling moest worden gelaten. De rechtbank verwees naar eerdere jurisprudentie die bevestigde dat een algemeen geformuleerd wrakingsverzoek niet aan de eisen voldoet. De rekwestrant had ook een verzoek om uitstel van de behandeling ingediend, dat was gehonoreerd, maar dit had geen invloed op de beoordeling van het wrakingsverzoek. De rechtbank concludeerde dat de rekwestrant niet had aangetoond dat de behandelend rechter hem niet in de gelegenheid had gesteld om kennis te nemen van alle stukken in de onderliggende beroepszaak. Het verzoek om vergoeding van proceskosten werd eveneens afgewezen.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank Zutphen, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 7 november 2000.