ECLI:NL:RBZUT:2002:AF3868
Rechtbank Zutphen
- Mondelinge uitspraak
- J.W.M. Bunt
- J.A. Lok
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure inzake gemeentelijk monumentenbeleid en woonbestemming
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zutphen op 20 december 2002, gaat het om een geschil tussen eisers, wonende te [woonplaats], en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Winterswijk. De eisers hebben een verzoek ingediend om een pand aan te wijzen als gemeentelijk monument, na de ongegrondverklaring van hun beroep door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 27 februari 2001. Dit verzoek is gedaan in de veronderstelling dat plaatsing op de monumentenlijst ook een woonbestemming zou impliceren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemeente het verzoek van eisers ten onrechte heeft aangemerkt als een aanvraag in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelt dat de brief van eisers van 17 mei 2001 niet als een aanvraag kan worden beschouwd, omdat er geen bereidheid was van de gemeente om een woonbestemming toe te kennen aan het pand. Hierdoor kon er geen bezwaar worden gemaakt tegen de beslissing van de gemeente. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en verklaart de bezwaren van eisers niet-ontvankelijk. Tevens wordt de gemeente gelast het door eisers betaalde griffierecht te vergoeden. De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer voor bestuursrechtelijke zaken, met mr. J.W.M. Bunt als rechter en mr. J.A. Lok als griffier.