ECLI:NL:RBZUT:2003:AK4843
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.A. Lok
- Rechtspraak.nl
Oordeel over de toepassing van artikel 19 WRO in bouwvergunningzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 11 september 2003 uitspraak gedaan in een geschil tussen Massop Vastgoed BV en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dinxperlo. De zaak betreft de aanvraag van Massop Vastgoed BV voor een bouwvergunning voor het realiseren van 12 woningen op een binnenterrein nabij Dinxperlo. De rechtbank beoordeelt de verhouding tussen artikel 19, eerste lid, en artikel 19, tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO).
Massop Vastgoed BV had op 24 september 2002 een bouwvergunning aangevraagd, die werd verleend met toepassing van artikel 19, tweede lid, WRO. Eisers, waaronder bewoners van de omgeving, maakten bezwaar tegen dit besluit, stellende dat artikel 19, eerste lid, WRO van toepassing had moeten zijn, gezien de omvang van het bouwplan en het feit dat het geldende bestemmingsplan dateert van 1989. De rechtbank oordeelt dat de gedeputeerde staten niet vooraf hebben verklaard geen bezwaar te hebben tegen het verlenen van vrijstelling, wat een voorwaarde is voor toepassing van het tweede lid van artikel 19 WRO.
De rechtbank concludeert dat de verweerder niet bevoegd was om vrijstelling te verlenen en dat het bestreden besluit vernietigd moet worden. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en draagt de verweerder op om met inachtneming van de uitspraak een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen. De rechtbank wijst erop dat het in de rede ligt dat verweerder de beslissing van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State afwacht voordat hij opnieuw beslist.
De rechtbank heeft ook bepaald dat de gemeente het betaalde griffierecht van € 109,-- aan eisers vergoedt. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak van een goede ruimtelijke onderbouwing en de juiste toepassing van de WRO bij het verlenen van bouwvergunningen.