ECLI:NL:RBZUT:2003:AN7056

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
6 oktober 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
192514 / HA 03-695
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • D.J. Buijs
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorwaardelijk ontbindingsverzoek na ontslag op staande voet

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zutphen op 6 oktober 2003, heeft verzoekster, de besloten vennootschap BUDGET KOOKWERELD HATTEM B.V., een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst na het geven van ontslag op staande voet aan verweerder. Het verzoek is ingediend met de voorwaarde dat, mocht later blijken dat de arbeidsovereenkomst na het ontslag op staande voet nog voortbestond, de ontbinding alsnog zou plaatsvinden. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 8 september 2003 ter griffie werd ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op de zitting van 6 oktober 2003.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat verweerder, die niet verschenen was, de opzegging van de arbeidsovereenkomst niet heeft vernietigd. Hierdoor was er geen basis om aan te nemen dat de arbeidsovereenkomst nog bestond. De rechter oordeelde dat verzoekster niet-ontvankelijk werd verklaard in haar verzoek, omdat er geen juridische grondslag was voor de ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De rechter merkte op dat, voor zover verzoekster haar risico op loonbetalingen aan verweerder wilde beperken, dit niet tot een ander oordeel kon leiden. Er was immers geen bewijs dat verweerder bereid of in staat was om na het ontslag op staande voet de bedongen arbeid te verrichten.

De beslissing van de rechtbank hield in dat verzoekster in haar verzoek niet-ontvankelijk werd verklaard en dat zij werd veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van verweerder op dat moment op nihil waren begroot. Deze uitspraak werd gedaan door kantonrechter D.J. Buijs en uitgesproken tijdens de openbare zitting.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector : Kanton
Locatie : Apeldoorn
Zaaknummer : 192514 / HA 03-695
Beschikking : 6 oktober 2003
Afschrift aan : mr. P.T. Pel en verweerder
Verzonden dd. :
BESCHIKKING IN DE ZAAK VAN:
de besloten vennootschap BUDGET KOOKWERELD HATTEM B.V.
gevestigd te Hattem
verzoekster,
gemachtigde: mr. P.T. Pel, advocaat te Hattem,
t e g e n
[verweerder]
wonende te [postcode, woonplaats], [adres],
verweerder,
niet verschenen, noch vertegenwoordigd.
Procesgang
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het op 8 september 2003 ter griffie binnengekomen verzoekschrift;
- de mondelinge behandeling ter terechtzitting d.d. 6 oktober 2003.
Beoordeling
Verzoekster vraagt, nadat zij aan verweerder ontslag op staande voet heeft gegeven, ontbinding van de arbeidsovereenkomst voor het geval dat alsnog rechtens onherroepelijk vast zou komen te staan dat de arbeidsovereenkomst na het ontslag op staande voet nog is blijven voortbestaan.
Nu gesteld noch gebleken is dat verweerder de opzegging heeft vernietigd, is er geen ruimte ervan uit te gaan dat de arbeidsovereenkomst nog bestaat. Verzoekster zal dan ook in het verzoek niet ontvankelijk worden verklaard (zie verder E. Verhulp, Na de voorwaardelijke ontbinding…, ArbeidsRecht 2003/1, 6, p. 39 r.k.)
Voorzover verzoekster haar risico ertoe verplicht te worden aan verweerder nog loon door te betalen wenst te beperken, kan dit niet tot een ander oordeel leiden. Immers gesteld noch gebleken is dat verweerder bereid en in staat is geweest na het ontslag op staande voet de bedongen arbeid te verrichten.
Beslissing
Verzoekster wordt in haar verzoek niet ontvankelijk verklaard.
Verzoekster wordt veroordeeld in de kosten van de procedure, aan de zijde van verweerder tot op heden begroot op nihil.
Aldus gegeven door mr. D.J. Buijs, kantonrechter te Apeldoorn en uitgesproken ter openbare terechtzitting van maandag 6 oktober 2003, in tegenwoordigheid van de griffier.