ECLI:NL:RBZUT:2003:AN7056
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- D.J. Buijs
- Rechtspraak.nl
Voorwaardelijk ontbindingsverzoek na ontslag op staande voet
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zutphen op 6 oktober 2003, heeft verzoekster, de besloten vennootschap BUDGET KOOKWERELD HATTEM B.V., een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst na het geven van ontslag op staande voet aan verweerder. Het verzoek is ingediend met de voorwaarde dat, mocht later blijken dat de arbeidsovereenkomst na het ontslag op staande voet nog voortbestond, de ontbinding alsnog zou plaatsvinden. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 8 september 2003 ter griffie werd ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op de zitting van 6 oktober 2003.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat verweerder, die niet verschenen was, de opzegging van de arbeidsovereenkomst niet heeft vernietigd. Hierdoor was er geen basis om aan te nemen dat de arbeidsovereenkomst nog bestond. De rechter oordeelde dat verzoekster niet-ontvankelijk werd verklaard in haar verzoek, omdat er geen juridische grondslag was voor de ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De rechter merkte op dat, voor zover verzoekster haar risico op loonbetalingen aan verweerder wilde beperken, dit niet tot een ander oordeel kon leiden. Er was immers geen bewijs dat verweerder bereid of in staat was om na het ontslag op staande voet de bedongen arbeid te verrichten.
De beslissing van de rechtbank hield in dat verzoekster in haar verzoek niet-ontvankelijk werd verklaard en dat zij werd veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van verweerder op dat moment op nihil waren begroot. Deze uitspraak werd gedaan door kantonrechter D.J. Buijs en uitgesproken tijdens de openbare zitting.