ECLI:NL:RBZUT:2004:AQ6677
Rechtbank Zutphen
- Hoger beroep
- J.A. Lok
- A. Van Diest-Guijt
- Rechtspraak.nl
Onredelijk laat bezwaar tegen niet tijdig nemen besluit inzake handhaving bestemmingsplan op bungalowpark Rabbit-Hill
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 20 juli 2004 uitspraak gedaan in het geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. S.P. Dalmolen, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Epe, vertegenwoordigd door mevrouw A. Oostwoud. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening en een beroep in de hoofdzaak met betrekking tot een handhavingsverzoek dat door eiser is ingediend. Eiser woont op het bungalowpark Rabbit-Hill en heeft verzocht om handhaving van het bestemmingsplan, dat voorschrijft dat recreatiewoningen uitsluitend bedrijfsmatig mogen worden geëxploiteerd door steeds wisselende personen. Eiser heeft in 1995 en 1996 al eerder handhaving verzocht, maar het college heeft in 1996 geweigerd een handhavingsbesluit te nemen. In 2003 heeft eiser opnieuw verzocht om handhaving, maar het college heeft dit verzoek niet tijdig behandeld. De rechtbank oordeelt dat het bezwaarschrift van eiser onredelijk laat is ingediend, omdat het pas na de bezwaartermijn is ingediend. De voorzieningenrechter concludeert dat het college het bezwaarschrift terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard, maar op onjuiste gronden. De rechtbank veroordeelt het college in de proceskosten van eiser en gelast de gemeente Epe het griffierecht te vergoeden. De uitspraak benadrukt de noodzaak van tijdige besluitvorming door bestuursorganen en de gevolgen van termijnoverschrijding voor de ontvankelijkheid van bezwaarschriften.