ECLI:NL:RBZUT:2007:BB8599
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Heffing van leges voor aanvraag om ontheffing hogere grenswaarden Wet geluidhinder
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 29 oktober 2007 uitspraak gedaan in een geschil over de heffing van leges door de gemeente Winterswijk. Eiseres, vertegenwoordigd door mr. E.W. Roessingh, had bezwaar gemaakt tegen een factuur van leges die was opgelegd in verband met een procedure voor hogere grenswaarden volgens de Wet geluidhinder. De rechtbank oordeelde dat de leges niet geheven konden worden, omdat er geen sprake was van een aanvraag door eiseres voor ontheffing van hogere grenswaarden. De rechtbank stelde vast dat artikel 6.7.1 van de Legesverordening van de gemeente Winterswijk ondubbelzinnig bepaalt dat leges worden geheven ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing. Aangezien eiseres geen dergelijke aanvraag had ingediend, was er geen grond voor de legesheffing.
De rechtbank vernietigde het bestreden besluit van de gemeente en de bijbehorende factuur. Tevens werd de gemeente Winterswijk veroordeeld tot het vergoeden van het betaalde griffierecht en de proceskosten van eiseres, die op € 644,-- werden vastgesteld. De uitspraak benadrukt het belang van een duidelijke aanvraagprocedure en de verantwoordelijkheden van de gemeente in het kader van de Wet geluidhinder. De rechtbank concludeerde dat de legesheffing niet in overeenstemming was met de wetgeving, aangezien de gemeente geen recht had om leges te heffen voor een aanvraag die niet door eiseres was gedaan.
De uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de voorwaarden voor legesheffing in het kader van de Wet geluidhinder verduidelijkt en de verantwoordelijkheden van gemeenten in dergelijke procedures onderstreept.