ECLI:NL:RBZUT:2008:BG8509
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Brouns
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van varkenshouders en transporteur wegens onvoldoende bewijs van lijden van varken tijdens transport
In deze zaak heeft de economische politierechter van de Rechtbank Zutphen op 22 december 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen twee varkenshouders en een varkenstransporteur. De verdachten, Van de K. en B., beiden varkenshouders uit Gelderland, en P., de varkenstransporteur, werden beschuldigd van het laten vervoeren van een varken op een wijze die waarschijnlijk letsel of onnodig lijden zou veroorzaken. Het Openbaar Ministerie stelde dat het varken niet geschikt was voor transport, omdat het ernstig kreupel was.
Tijdens de zitting op 21 juli 2008 heeft de rechter besloten om een schouw te houden op 22 september 2008, waarbij het transport van de varkens werd geobserveerd, van het inladen bij de varkenshouders tot het uitladen bij de slachterij. De rechter oordeelde dat de beschikbare bewijsmiddelen niet voldoende waren om de verdachten wettig en overtuigend schuldig te verklaren. De verdediging voerde aan dat het letsel van het varken goed genezen was en dat er geen sprake was van onnodig lijden.
Na beoordeling van de tenlastelegging en de standpunten van beide partijen, concludeerde de rechter dat de bewijslast niet voldeed aan de eisen voor een veroordeling. De economische politierechter sprak de verdachten vrij van alle ten laste gelegde feiten, omdat er onvoldoende bewijs was dat het varken lijden had ondervonden tijdens het transport. Deze uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken, vooral in gevallen die betrekking hebben op dierenwelzijn.