ECLI:NL:RBZUT:2008:BG8510
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Brouns
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van varkenshouders en transporteur wegens onvoldoende bewijs van onnodig lijden van varken tijdens transport
In deze zaak heeft de economische politierechter van de Rechtbank Zutphen op 22 december 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen twee varkenshouders en een varkenstransporteur. De verdachten, Van de K. en B., beiden uit Gelderland, en P., de transporteur, werden beschuldigd van het laten vervoeren van een varken op een wijze die waarschijnlijk letsel of onnodig lijden zou berokkenen. Het Openbaar Ministerie had hen aangeklaagd op basis van artikel 3 van de EG-verordening nr. 1/2005 en artikel 9 van de Regeling dierenvervoer 2007.
Tijdens de zitting op 21 juli 2008 heeft de rechter besloten om een schouw te houden op 22 september 2008, waarbij het transport van de varkens werd nagebootst. De rechter wilde een beter beeld krijgen van de omstandigheden waaronder het varken werd vervoerd. De verdachten voerden aan dat het varken slechts last had van een vergroeide schouder en dat het bij de slacht volledig was goedgekeurd, wat hun standpunt versterkte dat er niets aan het dier mankeerde.
Na het bestuderen van de beschikbare bewijsmiddelen oordeelde de rechter dat deze niet toereikend waren om de beschuldigingen wettig en overtuigend te bewijzen. De rechter sprak de verdachten vrij van de tenlastelegging, omdat er onvoldoende bewijs was dat het varken onnodig lijden had ondervonden tijdens het transport. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. Demmers, en vond plaats op de openbare terechtzitting.