ECLI:NL:RBZUT:2009:BJ6594

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
2 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
102364 FARK 09-794
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed met betrekking tot ouderschapsplan

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 2 september 2009 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed. De verzoekster, hierna de vrouw, heeft op 22 april 2009 een verzoekschrift ingediend, waaruit blijkt dat er sinds de beschikking tot scheiding van tafel en bed op 1 december 2004 meer dan drie jaren zijn verstreken zonder dat partijen zich hebben verzoend. De verweerder, hierna de man, is niet verschenen tijdens de zitting.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de in het verzoekschrift vermelde persoonlijke gegevens in overeenstemming zijn gebracht met de overgelegde authentieke bescheiden. De rechtbank heeft ook overwogen dat er, gelet op de wetssytematiek, een door beide ouders ondertekend ouderschapsplan dient te worden overgelegd bij een verzoek tot ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed. Echter, in dit geval was er ten tijde van de scheiding van tafel en bed geen wettelijke verplichting tot het opstellen van een ouderschapsplan.

De rechtbank heeft geoordeeld dat, gezien de omstandigheden van de zaak, het niet nodig is om een ouderschapsplan over te leggen. De vrouw heeft het ouderlijk gezag over de minderjarige kinderen en kan zelfstandig belangrijke beslissingen nemen. Bovendien is de man het recht op omgang met de oudste kinderen ontzegd, en de overige kinderen staan onder toezicht van gezinsvoogden. De rechtbank heeft geconcludeerd dat alle termijnen en formaliteiten zijn nageleefd en dat het verzoek tot ontbinding van het huwelijk niet onrechtmatig of ongegrond is. Daarom heeft de rechtbank het verzoek toegewezen en de ontbinding van het huwelijk uitgesproken.

De beschikking is gegeven door mr. R.A. Eskes en is uitgesproken ter openbare terechtzitting, in tegenwoordigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Civiel – Afdeling Familie
Zaaknummer: 102364 FARK 09-794
beschikking van de enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken d.d. 2 september 2009
in de zaak tussen:
[verzoekster],
wonende te [plaats],
verzoekster, hierna te noemen de vrouw,
advocaat: mr. F.J. Bosma te [plaats],
en
[verweerder],
wonende te [plaats],
verweerder, hierna te noemen de man,
niet verschenen.
Het procesverloop
Dit verloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen op 22 april 2009, waarvan een kopie aan deze beschikking is gehecht;
- het exploot van betekening van 27 april 2009;
- de brief van mr. Bosma van 22 juli 2009;
- het faxbericht met bijlage van mr. Bosma van 24 juli 2009;
- de brief van de griffier de rechtbank van 11 augustus 2009.
De beoordeling
Het in het aangehechte verzoekschrift door de vrouw gestelde met betrekking tot de nationaliteit, de huwelijksvoltrekking, de scheiding van tafel en bed en de geboorte van de minderjarige kinderen van partijen staat als niet weersproken - en voor zover nodig gestaafd door de overgelegde authentieke bescheiden - vast, met dien verstande dat de in het verzoekschrift vermelde persoonlijke gegevens in overeenstemming zijn gebracht met deze bescheiden.
Sedert de beschikking scheiding van tafel en bed van deze rechtbank van 1 december 2004 zijn meer dan drie jaren verlopen zonder dat partijen zich hebben verzoend.
Gelet op de wetssytematiek, en met name het opschrift van paragraaf 1 van de tweede afdeling van titel 3.6 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dient er - als uitgangspunt - ook in geval van een verzoek tot ontbinding van een huwelijk na verstrijken van de wettelijke periode waarin partijen van tafel en bed zijn gescheiden een door beide ouders ondertekend ouderschapsplan te worden overgelegd. Nu dit vereiste ook geldt wanneer een scheiding van tafel en bed wordt verzocht, zal per zaak dienen te worden beoordeeld in hoeverre aan deze eis afzonderlijke betekenis toekomt bij een verzoek tot ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed.
Ten tijde van het uitspreken van de scheiding van tafel en bed in de onderhavige zaak bestond het wettelijke vereiste tot overlegging van een ouderschapsplan nog niet. Er is in dit geval ook geen ouderschapsplan opgesteld, noch ten tijde van de scheiding van tafel en bed, noch in de aanloop naar de onderhavige procedure. Niettemin ziet de rechtbank in het onderhavige geval aanleiding deze eis niet te stellen. Partijen zijn sinds 2004 uit elkaar doordat zij van tafel en bed zijn gescheiden, zodat feitelijk al een verdeling van zorg- en opvoedingstaken heeft plaatsgevonden. Daar komt bij dat de vrouw eenhoofdig is belast met het ouderlijk gezag over de minderjarige kinderen van partijen, zodat zij zonder dat zij de man daarin hoeft te betrekken de belangrijke beslissingen aangaande de kinderen zelfstandig kan nemen, terwijl zij daarnaast beperkt is in de uitoefening van het ouderlijke gezag, aangezien de minderjarige kinderen van partijen onder toezicht staan van de Stichting Bureaus Jeugdzorg Gelderland. Nu deze rechtbank bij beschikking van 29 mei 2009 bovendien de man het recht op omgang met de twee oudste minderjarige kinderen heeft ontzegd en de contacten met de overige kinderen onder toezicht van twee gezinsvoogden staan, acht de rechtbank het overleggen van een ouderschapsplan in de onderhavige zaak niet nodig.
Nu alle voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht zijn genomen, de man tegen het verzoek tot ontbinding van het huwelijk geen verweer heeft gevoerd en dat verzoek niet onrechtmatig of ongegrond is gebleken, zal de rechtbank dit als volgt toewijzen.
De beslissing
De rechtbank:
spreekt de ontbinding uit van het huwelijk van partijen, gesloten op 11 oktober 1985 te Apeldoorn, na scheiding van tafel en bed.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.A. Eskes en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 2 september 2009, in tegenwoordigheid van de griffier.