ECLI:NL:RBZUT:2010:BM6792

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
4 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/940097-10
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • F. Feraaune
  • A. van Valderen
  • M. Davids
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor meerdere overvallen op eetgelegenheden in Apeldoorn

In de zaak tegen de verdachte, die op 4 juni 2010 door de Rechtbank Zutphen werd behandeld, is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar voor zijn betrokkenheid bij een reeks gewelddadige overvallen op eetgelegenheden in Apeldoorn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met medeverdachten in de periode van 30 oktober 2009 tot en met 28 december 2009 meerdere overvallen heeft gepleegd, waarbij geweld en bedreiging met geweld zijn gebruikt om geld af te persen van de slachtoffers. De rechtbank heeft in haar overwegingen de ernst van de feiten benadrukt, waarbij de slachtoffers ernstige psychische gevolgen hebben ondervonden van de overvallen. De verdachte heeft geen blijk gegeven van inzicht in de gevolgen van zijn daden en heeft eerder soortgelijke feiten gepleegd, wat heeft geleid tot een hoge recidiverisico-inschatting door de reclassering. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zes jaar, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De rechtbank heeft ook de teruggave gelast van een in beslag genomen telefoontoestel aan de veroordeelde.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/940097-10
Uitspraak d.d.: 4 juni 2010
Tegenspraak / dip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte A],
geboren te [plaats op 1988],
wonende te [plaats],
thans gedetineerd in het huis van bewaring te Zutphen.
Raadsman: mr. P.P. Verdoorn, advocaat te Apeldoorn.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting
van 21 mei 2010.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 30 oktober 2009 te Apeldoorn, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer A] heeft gedwongen tot de afgifte van 420 Euro, althans een hoeveelheid geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer A] en/of [snackbar], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s):
- met een kous over zijn hoofd en/of een (vuur)wapen, althans een daarop gelijke voorwerp, in zijn, verdachtes, handen in de richting van die [slachtoffer A] is/zijn gelopen en/of daarbij meermalen, althans eenmaal, die [slachtoffer A] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Geld" en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer A] een tas heeft/hebben voorgehouden en/of daarbij die [slachtoffer A] meermalen, althans eenmaal, de woorden heeft/hebben toegevoegd:"Schiet op" en/of "Geld", althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 04 november 2009 te Apeldoorn, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een hoeveelheid geld, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer B] en/of [cafetaria A], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer B], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen:
- met een (vuur)wapen, althans een daarop gelijkend voorwerp, in zijn, verdachtes, hand(en) voornoemd cafetaria heeft/hebben betreden, althans naar binnen is/zijn gegaan en/of
- in de richting van die [slachtoffer B] is/zijn gelopen en/of daarbij die [slachtoffer B] meermalen, althans eenmaal, de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Money, money" en/of
- (vervolgens) meermalen op de knoppen van de kassa heeft gedrukt/geslagen, althans heeft getracht de kassa te openen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of omstreeks 04 november 2009 te Apeldoorn tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer C] heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer C] en/of [cafetaria B], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s):
- met een (vuur)wapen, althans een daarop gelijkend voorwerp, in zijn, verdachtes, handen in de richting van die [slachtoffer C] is/zijn gelopen en/of (vervolgens) een (vuur)wapen, althans een daarop gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer C] heeft/hebben gericht en/of heeft/hebben gericht gehouden en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer C] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Dit is een overval. Geld, geld. Briefjes, briefjes. Snel, snel" en/of
- (vervolgens), terwijl op die [slachtoffer C] een (vuur)wapen, althans een daarop gelijkend voorwerp, werd gericht, die [slachtoffer C] een geopende tas heeft/hebben voorgehouden;
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
4.
[medeverdachte B] op of omstreeks 07 november 2009 te Apeldoorn ter uitvoering van het door die [medeverdachte B] voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer D] en/of [slachtoffer E] en/of [cafetaria C] te dwingen tot de afgifte van geld en/of goederen van zijn gading, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer D] en/of [slachtoffer E], althans aan (de eigenaren van) [cafetaria C], in elk geval aan een ander of anderen dan die [medeverdachte B] en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat die [medeverdachte B] en/of zijn mededader(s):
- naar [cafetaria C] is/zijn gegaan en/of
- (daarbij) een pistool, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp heeft/hebben meegenomen en/of
- dit cafetaria heeft/hebben betreden en/of het pistool, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp, op eerdergenoemde medewerker(s) heeft/hebben gericht en/of
- (daarbij) heeft/hebben geroepen: "geld, geld", althans woorden van gelijke aard of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 07 november 2009 te Apeldoorn en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door die [medeverdachte B] een gaspistool (merk ROHM, type RG96, kaliber 9 mm), althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp, te leveren en/of te geven;
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
[medeverdachte B] op of omstreeks 07 november 2009 te Apeldoorn, ter uitvoering van het door die [medeverdachte B] voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een hoeveelheid geld en/of goederen van zijn gading, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer D] en/of [slachtoffer E] en/of [cafetaria C], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte B] en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer D] en/of [slachtoffer E], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
met één of meer van zijn mededader(s), althans alleen:
- naar [cafetaria C] is/zijn gegaan en/of
- (daarbij) een pistool, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp heeft/hebben meegenomen en/of
- dit cafetaria heeft/hebben betreden en/of het pistool, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp, op eerdergenoemde medewerker(s) heeft/hebben gericht en/of
- (daarbij) heeft/hebben geroepen: "geld, geld", althans woorden van gelijke aard of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 07 november 2009 te Apeldoorn en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door die [medeverdachte B] een gaspistool (merk ROHM, type RG96, kaliber 9 mm), althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp, te leveren en/of te geven;
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
5.
hij op of omstreeks 24 november 2009 te Apeldoorn tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer F] heeft gedwongen tot de afgifte van 539,72 Euro, althans een hoeveelheid geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer F] en/of (de eigenaar van) [cafetaria D], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s):
- met een (vuur)wapen, althans een daarop gelijkend voorwerp, in zijn verdachtes handen, in de richting van die [slachtoffer F] is/zijn gelopen en/of (vervolgens) een (vuur)wapen, althans een daarop gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer F] heeft/hebben gericht en/of heeft/hebben gericht gehouden en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer F] meermalen, althans eenmaal, de woorden heeft/hebben toegevoegd "Geld, geld" en/of
- (vervolgens) terwijl op die [slachtoffer F] een (vuur(wapen, althans een daarop gelijkend voorwerp, werd gericht, die [slachtoffer F] een plastic tas/zak heeft/hebben voorgehouden en/of daarbij te roepen: "briefgeld, hierin" en/of "opschieten" en/of "meer, meer" en/of
- (vervolgens) een pinapparaat in de richting van die [slachtoffer F] heeft/hebben gegooid en/of (daarbij) te roepen:"muntjes, muntjes";
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
6.
hij op of omstreeks 28 december 2009 te Apeldoorn tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer G] en/of [slachtoffer H] heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld en/of de inhoud van de kassalade, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [pizzeria], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij verdachte en/of zijn mededader(s):
- het gezicht bedekt heeft/hebben met een bivakmuts en/of een panty, althans met soortgelijke voorwerpen en/of
- aan die [slachtoffer H] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "the money, the money" en/of "de kassa, de kassa" en/of "geld, geld, overval", althans woorden van gelijke aard en/of strekking
en/of
- daarbij een (vuur)wapen, althans een daarop gelijkend voorwerp op de borst van die [slachtoffer H] heeft/hebben gezet en/of gericht en/of
- (vervolgens) aan die [slachtoffer H] en/of [slachtoffer G] de woorden heeft/hebben toegevoegd: " we willen geld", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer G] een geopende vuilniszak heeft/hebben voorgehouden en/of daarbij die [slachtoffer G] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "ook het muntgeld", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- daarbij een (vuur)wapen, althans een daarop gelijkend voorwerp op duidelijk zichtbare wijze heeft/hebben getoond;
(parketnummer: 460479-09)
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
7.
hij op meerdere, althans één, tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 30 oktober 2009 tot en met 28 december 2009 te Apeldoorn (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie, te weten een gaspistool (merk Rohm, type RG96, kaliber 9 mm), voorhanden heeft gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover aaraan in de Wet Wapens en Munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde etekenis te zijn gebezigd;
(parketnummer: 460479-09)
art 26 lid 1 Wet wapens en munitie
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
Vaststaande feiten / aanleiding van het onderzoek
1. In de periode van 30 oktober 2009 tot en met eind december 2009 vindt er een zestal overvallen op eetgelegenheden in Apeldoorn plaats.
Standpunt van het openbaar ministerie
2. De officier van justitie heeft zich ter terechtzitting op het standpunt gesteld dat het onder 1, 2, 3, 4 primair, 5, 6 en 7 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
3. Door en namens verdachte is allereerst vrijspraak bepleit van het onder 2 ten laste gelegde. Daartoe is - kort samengevat - aangevoerd, dat het opzet van verdachte niet gericht was op het wegnemen van geld met behulp van geweld of bedreiging met geweld, maar op de afgifte van geld. Gelet op de overige aan verdachte ten laste gelegde delicten, blijkt dat hij en zijn medeverdachte(n) tijdens geen enkele overval een greep in de kas hebben gedaan, maar blijkt dat het geld telkens door de slachtoffers is afgegeven.
De overige aan verdachte ten laste gelegde feiten kunnen volgens de verdediging bewezen worden verklaard.
Beoordeling door de rechtbank
4. De rechtbank is allereerst van oordeel dat het onder 1, 2, 3, 4 primair, 5 en 6 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard, waarbij zij zich baseert op de volgende bewijsmiddelen.
Ten aanzien van feit 1:
- de aangifte van [slachtoffer A] namens [snackbar]2;
- de bekennende verklaring van medeverdachte [medeverdachte B]3; en
- de bekennende verklaring van verdachte bij de politie4, welke hij ter terechtzitting van
21 mei 2010 heeft bevestigd.
Ten aanzien van feit 2:
- de aangifte van [slachtoffer B] namens [cafetaria A]5;
- de bekennende verklaringen van medeverdachten [medeverdachte B]6 en [medeverdachte C]7; en
- de bekennende verklaring van verdachte bij de politie8, welke hij ter terechtzitting van
21 mei 2010 heeft bevestigd.
In aanvulling op voormelde opsomming van de bewijsmiddelen van feit 2 en in reactie op hetgeen de raadsman ten aanzien van dit feit naar voren heeft gebracht, overweegt de rechtbank nog als volgt. Uit de aangifte van [slachtoffer B] blijkt dat één van de overvallers op de kassa begon te slaan toen voornoemde [slachtoffer B] de kassa niet open kreeg. Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat een dergelijke handelen naar haar uiterlijke verschijningsvorm gericht is op het wegnemen als bedoeld in artikel 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht. Gelet hierop kan het onder 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen worden.
Ten aanzien van feit 3:
- de aangifte van [slachtoffer C] namens [cafetaria B]9;
- de bekennende verklaringen van medeverdachten [medeverdachte B]10 en [medeverdachte C]11; en
- de bekennende verklaring van verdachte bij de politie12, welke hij ter terechtzitting
van 21 mei 2010 heeft bevestigd.
Ten aanzien van feit 4 primair:
- de aangifte van [slachtoffer E] namens [cafetaria C]13;
- de verklaring van getuige [slachtoffer D]14;
- de bekennende verklaring van medeverdachte [medeverdachte B]15; en
- de bekennende verklaring van verdachte bij de politie16, welke hij ter terechtzitting van
21 mei 2010 heeft bevestigd.
Ten aanzien van feit 5:
- de aangifte van [slachtoffer F] namens [cafetaria D]17;
- de verklaring van getuige [getuige]18;
- de bekennende verklaring van medeverdachte [medeverdachte C]19;
- de bekennende verklaring van verdachte bij de politie20, welke hij ter terechtzitting van
21 mei 2010 heeft bevestigd.
Ten aanzien van feit 6:
- de aangifte van [slachtoffer G] namens [pizzeria]21;
- de verklaring van getuige [slachtoffer H]22;
- de verklaring van de benadeelde [naam]23;
- de bekennende verklaringen van medeverdachte [medeverdachte B]24 en [medeverdachte C]25;
- de bekennende verklaring van verdachte bij de politie26, welke hij ter terechtzitting van
21 mei 2010 heeft bevestigd.
5. De rechtbank acht eveneens bewezen dat verdachte het onder 7 ten laste gelegde heeft begaan. Daartoe overweegt de rechtbank als volgt. Na de overval op de [pizzeria] te Apeldoorn, waarbij verdachte en zijn medeverdachten [medeverdachte B] en [medeverdachte C] zijn aangehouden, wordt in de door hen gebruikte personenauto een voorwerp aangetroffen en in beslag genomen.27 Uit onderzoek van de politie blijkt dat het een gaspistool betreft van het merk ROHM, type RG96, kaliber 9 mm P.A.K., en dat het een vuurwapen in de zin van artikel 2, eerste lid, categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie is.28 Uit de onder 4 aangehaalde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat dit wapen steeds bij de overvallen, dan wel de pogingen daartoe is gebruikt. Voorts stelt de rechtbank uit de bewijsmiddelen vast dat zowel verdachte als zijn medeverdachte(n) op elk gewenst moment de beschikking kon hebben over dit wapen. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank dan ook bewezen dat sprake is van medeplegen van het onder 7 ten laste gelegde.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4 primair, 5, 6 en 7 ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op 30 oktober 2009 te Apeldoorn, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer A] heeft gedwongen tot de afgifte van 420 Euro, toebehorende aan die [slachtoffer A] en/of [snackbar], welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of zijn mededader(s):
- met een kous over zijn hoofd en een vuurwapen in zijn, verdachtes, handen in de richting van die [slachtoffer A] is/zijn gelopen en daarbij meermalen die [slachtoffer A] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Geld" en
- vervolgens die [slachtoffer A] een tas heeft/hebben voorgehouden en daarbij die [slachtoffer A] meermalen de woorden heeft/hebben toegevoegd:"Schiet op" en "Geld";
2.
hij op 4 november 2009 te Apeldoorn, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een hoeveelheid geld, toebehorende aan [slachtoffer B] en/of [cafetaria A], en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer B], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, met een of meer van zijn mededader(s),
- met een vuurwapen in zijn, verdachtes, hand(en) voornoemd cafetaria heeft/hebben betreden en
- in de richting van die [slachtoffer B] is/zijn gelopen en daarbij die [slachtoffer B] meermalen de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Money, money" en
- vervolgens meermalen op de knoppen van de kassa heeft gedrukt/geslagen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij op 4 november 2009 te Apeldoorn tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer C] heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, toebehorende aan die [slachtoffer C] en/of [cafetaria B], welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of zijn mededader(s):
- met een vuurwapen in zijn, verdachtes, handen in de richting van die [slachtoffer C] is/zijn gelopen en een vuurwapen op die [slachtoffer C] heeft/hebben gericht en heeft/hebben gericht gehouden en
- die [slachtoffer C] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Dit is een overval. Geld, geld. Briefjes, briefjes. Snel, snel" en
- vervolgens, terwijl op die [slachtoffer C] een vuurwapen werd gericht, die [slachtoffer C] een geopende tas heeft/hebben voorgehouden;
4.
[medeverdachte B] op 7 november 2009 te Apeldoorn ter uitvoering van het door die [medeverdachte B] voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld
[slachtoffer D] en/of [slachtoffer E] en/of [cafetaria C] te dwingen tot de afgifte van geld toebehorende aan [slachtoffer D] en/of [slachtoffer E], althans aan (de eigenaren van) [cafetaria C], welke bedreiging met geweld hierin bestond dat die [medeverdachte B] en/of zijn mededader:
- naar [cafetaria C] is/zijn gegaan en
- daarbij een pistool heeft/hebben meegenomen en
- dit cafetaria heeft/hebben betreden en een pistool op eerdergenoemde medewerkers heeft/hebben gericht en
- daarbij heeft/hebben geroepen: "geld, geld",
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
tot het plegen van welk misdrijf verdachte op 7 november 2009 te Apeldoorn opzettelijk middelen heeft verschaft door die [medeverdachte B] een gaspistool (merk ROHM, type RG96, kaliber 9 mm) te leveren;
5.
hij omstreeks 24 november 2009 te Apeldoorn tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer F] heeft gedwongen tot de afgifte van 539,72 Euro, toebehorende aan [slachtoffer F] en/of (de eigenaar van) [cafetaria D], welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of zijn mededader:
- met een vuurwapen in zijn verdachtes handen, in de richting van die [slachtoffer F] is/zijn gelopen en vervolgens een vuurwapen op die [slachtoffer F] heeft/hebben gericht en heeft/hebben gericht gehouden en
- vervolgens die [slachtoffer F] meermalen de woorden heeft/hebben toegevoegd "Geld, geld" en
- vervolgens terwijl op die [slachtoffer F] een vuurwapen werd gericht, die [slachtoffer F] een plastic tas/zak heeft/hebben voorgehouden en daarbij te roepen: "briefgeld, hierin" en "opschieten" en "meer, meer" en
- vervolgens een pinapparaat in de richting van die [slachtoffer F] heeft/hebben gegooid en daarbij te roepen:"muntjes, muntjes";
6.
hij op 28 december 2009 te Apeldoorn tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer G] en [slachtoffer H] heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld en/of de inhoud van de kassalade, toebehorende aan [pizzeria], welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij verdachte en/of zijn mededader(s):
- het gezicht bedekt heeft/hebben met een bivakmuts en/of een panty, en
- aan die [slachtoffer H] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "the money, the money" en "de kassa, de kassa" en "geld, geld, overval", en
- daarbij een vuurwapen op de borst van die [slachtoffer H] heeft/hebben gezet en gericht en
- vervolgens aan die [slachtoffer H] en/of [slachtoffer G] de woorden heeft/hebben toegevoegd:
" we willen geld" en
- die [slachtoffer G] een geopende vuilniszak heeft/hebben voorgehouden en daarbij die [slachtoffer G] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "ook het muntgeld" en
- daarbij een vuurwapen op duidelijk zichtbare wijze heeft/hebben getoond;
7.
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 30 oktober 2009 tot en met 28 december 2009 te Apeldoorn (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, telkens een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie,
te weten een gaspistool (merk Rohm, type RG96, kaliber 9 mm), voorhanden heeft gehad.
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders onder 1, 2, 3, 4 primair, 5, 6 en 7 is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
Feit 1, 3, 5 en
6 (telkens) : afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer
verenigde personen;
Feit 2 : poging tot diefstal, voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van
bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers van het misdrijf, hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
Feit 4 : medeplichtigheid aan afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door
twee of meer verenigde personen;
Feit 7 : medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een
wapen van categorie III, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
6. Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
7. De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 8 (acht) jaar met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
8. De raadsman heeft bepleit aan verdachte een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. Daartoe is aangevoerd dat verdachte het werkelijk effect van zijn daden op de slachtoffers niet heeft kunnen inzien vanwege zijn achtergrond en zijn betrekkelijk jonge leeftijd.
9. De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
10. De rechtbank heeft bij haar straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte betrokken is geweest bij een reeks overvallen die zich in een tijdsbestek van twee maanden in Apeldoorn heeft voltrokken. De delicten hebben diepe indruk gemaakt op onder andere de horeca in Apeldoorn.
Het zijn brute feiten en de rechtbank neemt daarbij tevens in aanmerking het gemak waarmee de overvallen door verdachte en zijn medeverdachte(n) zijn gepleegd. Zij hebben hun eigen financiële motieven telkens voorop laten staan en hebben geen enkel oog gehad voor de ellende die zij bij de slachtoffers aanrichtten. Voor de slachtoffers zijn de overvallen zeer beangstigende ervaringen geweest. Bekend is dat slachtoffers van dergelijke overvallen veelal langdurige en ernstige psychische gevolgen daarvan ondervinden. Dit blijkt ook uit de ter terechtzitting voorgelezen schriftelijke slachtofferverklaring van [slachtoffer G]. Deze traumatische ervaring zal, naar de ervaring leert, het leven van de slachtoffers langdurig beïnvloeden. Daarnaast brengen dergelijke overvallen ook maatschappelijke gevoelens van onveiligheid en onrust met zich mee, mede door de hoeveelheid gepleegde overvallen binnen een kort tijdsbestek.
11. De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen de justitiële documentatie van verdachte, waaruit blijkt dat hij reeds eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
12. De rechtbank heeft daarnaast in ogenschouw genomen de over verdachte opgemaakte rapporten van de reclassering, waarin onder meer het volgende is vermeld. Verdachte lijkt geen inzicht te hebben in de gevolgen voor de slachtoffers en er is reden om te twijfelen aan de ontwikkeling van de gewetensfunctie. Door de reclassering is tevens vermeld dat verdachte een gevaar vormt voor anderen. Hulpverlening is geïndiceerd, maar verdachte staat hier niet voor open. Daarnaast wil hij niet meewerken aan een onderzoek door de gedragsdeskundige. Het recidiverisico wordt als hoog ingeschat.
13. De rechtbank houdt bij het opleggen van na te melden straf op de voet van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht rekening met de veroordeling bij vonnis van
15 december 2009 door de politierechter te Zutphen.
14. Het voorgaande in aanmerking nemend is de rechtbank van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van lange duur gerechtvaardigd is, waarbij de rechtbank met name in aanmerking neemt de hoeveelheid feiten en de ernst ervan. De rechtbank acht een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 6 (zes) jaar met aftrek van voorarrest passend en geboden. De door de rechtbank opgelegde straf is lager dan door de officier van justitie geëist, waarbij de rechtbank aansluiting heeft gezocht bij eerdere uitspraken in vergelijkbare zaken. Daarnaast heeft de rechtbank rekening gehouden met de aan medeverdachten [medeverdachte C] en [medeverdachte B] bij vonnis van heden opgelegde straffen.
In beslag genomen voorwerp
15. Nu zich geen strafvorderlijk belang daartegen verzet, zal de teruggave worden gelast van het na te melden voorwerp aan de veroordeelde.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging/beslissing is gegrond op de artikelen 10, 27, 45, 47, 48, 57, 63, 91, 310, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Beslissing
De rechtbank:
* verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4 primair, 5, 6 en 7 tenlastegelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
Feit 1, 3, 5 en
6 (telkens) : afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer
verenigde personen;
Feit 2: poging tot diefstal, voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van
bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers van het misdrijf, hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
Feit 4 primair: medeplichtigheid aan afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door
twee of meer verenigde personen;
Feit 7: medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een
wapen van categorie III, meermalen gepleegd;
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) jaar;
* beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
* gelast de teruggave van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp aan veroordeelde, te weten: een telefoontoestel.
Aldus gewezen door mrs. Feraaune, voorzitter, Van Valderen en Davids, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Meerdink, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 4 juni 2010.
Mr. Van Valderen is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Voetnoten:
1 Wanneer hierna ten aanzien van de feiten 1 tot en met 5 en 7 verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer PL0660 2009082193-62, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, divisie Recherche, regionale recherche, gesloten en ondertekend op 19 april 2010 te Lochem. Wanneer hierna ten aanzien van feit 6 verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van de in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer 2009113049-61, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, divisie recherche, regionale recherche, gesloten en ondertekend op 11 februari 2010 te Lochem.
2 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer A] (p.283-286)
3 Processen-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte B] d.d. 3 maart 2010 (p.380-381) en d.d. 16 maart 2010 (p.430-439)
4 Processen-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 8 maart 2010 (p.480) en d.d. 10 maart 2010 (p.525-532)
5 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer B] (p.655-657)
6 Processen-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte B] d.d. 4 maart 2010 (p.733-736) en d.d. 16 maart 2010 (p.793)
7 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte C] d.d. 10 maart 2010 (p.951-955)
8 Proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 9 maart 2010 (p.850-854)
9 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer C] namens [cafetaria B] (p.999-1002)
10 Processen-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte B] d.d. 2 maart 2010 (p.1068),
d.d. 3 maart 2010 (p.1077-1079) en d.d. 16 maart 2010 (p.1138)
11 Processen-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte C] d.d. 9 maart 2010 (p.1292) en
d.d. 10 maart 2010 (p.1299-1304)
12 Processen-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 8 maart 2010 (p.1185) en d.d. 9 maart 2010 (p.1198-1203)
13 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer E] namens [cafetaria C] (p.1342-1343)
14 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer D] (p.1345)
15 Processen-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte B] d.d. 3 maart 2010 (p.1384-1385)
en d.d. 4 maart 2010 (p.1434)
16 Proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 10 maart 2010 (p.1511 en 1517)
17 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer F] namens [cafetaria D] (p.1635-1636)
18 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] (p.1637)
19 Processen-verbaal van verhoor van [medeverdachte C] d.d. 9 maart 2010 (p.1919-1920) en d.d. 10 maart 2010 (p.1942-1944)
20 Proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 10 maart 2010 (p.1872-1875)
21 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer G] namens [pizzeria] (p.22-23)
22 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer H] (p.18-19)
23 Proces-verbaal van verhoor van de benadeelde [naam] (p.29)
24 Processen-verbaal van verhoor van [medeverdachte B] d.d. 29 december 2009 (p.122-128) en
d.d. 5 januari 2010 (p.130 en 134)
25 Processen-verbaal van verhoor van [medeverdachte C] d.d. 30 december 2009 (p.61-63) en d.d. 7 januari 2010 (p.68)
26 Processen-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 29 december 2009 (p.90-92), d.d. 30 december 2009 (p.95-97) en d.d. 5 januari 2010 (p.101-102)
27 Relaasproces-verbaal (p.9) en proces-verbaal bevindingen als bijlage opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer 2009113049-61, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, divisie recherche, regionale recherche, gesloten en ondertekend op 11 februari 2010 te Lochem (p.164)
28 Proces-verbaal van bevindingen (p.546-547)