ECLI:NL:RBZUT:2010:BM8252

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
18 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/580051-08
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Krijger
  • A. Gilhuis
  • J. Aufderhaar
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot beëindiging van strafzaak in omvangrijk justitiëel onderzoek MELOE

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 18 juni 2010 uitspraak gedaan in een verzoek tot beëindiging van de strafzaak tegen de verdachte, die deel uitmaakt van het omvangrijke justitiële onderzoek genaamd MELOE. De verdediging, vertegenwoordigd door raadsman mr. Boone, heeft betoogd dat het onderzoek al geruime tijd stil ligt en dat de vervolging van de verdachte niet zal worden voortgezet. Dit zou ook het gevolg zijn van de niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in het nog omvangrijkere onderzoek TOMPOES, waar MELOE mee verweven is. De verdediging verzocht de rechtbank om het verzoek tot beëindiging van de strafzaak toe te wijzen op basis van artikel 36 van het Wetboek van Strafvordering.

Het openbaar ministerie heeft echter betoogd dat er wel degelijk voortgang is in het MELOE-onderzoek, en dat de vervolgingsbeslissing afhankelijk is van de uitkomst van het hoger beroep in de zaak TOMPOES. De rechtbank heeft de processtukken bekeken en het verzoekschrift is behandeld in de raadkamer op 4 juni 2010. De rechtbank oordeelde dat het aannemelijk is dat binnen afzienbare tijd duidelijk zal zijn of verdere vervolging zal plaatsvinden. Daarom heeft de rechtbank besloten om de behandeling van het verzoek aan te houden tot de raadkamerzitting op 22 oktober 2010.

De rechtbank heeft de oproeping van de verdachte voor deze zitting bevolen, met kennisgeving aan zijn raadsman. De beslissing is genomen door de voorzitter mr. Krijger en de rechters mrs. Gilhuis en Aufderhaar, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 18 juni 2010. Mr. Aufderhaar was niet in staat om het vonnis mede te ondertekenen.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/580051-08
BVS-nummer: 10/282
De rechtbank heeft te beslissen op een op 8 maart 2010 ter griffie van deze rechtbank binnengekomen verzoekschrift ex artikel 36 van het Wetboek van Strafvordering van:
[verdachte],
[adres, plaats],
verder te noemen verdachte.
Raadsman: mr. Boone, advocaat te Wijk bij Duurstede.
De rechtbank heeft de processtukken bezien. Het verzoekschrift is achter gesloten deuren behandeld door de raadkamer op 4 juni 2010. Van deze behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
Motivering
Standpunt van de verdachte/verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de zaak van verdachte onderdeel uitmaakt van het omvangrijke justitiële onderzoek genaamd MELOE. Dit onderzoek ligt al enige tijd stil. MELOE is verweven met het nog omvangrijkere justitiële onderzoek genaamd TOMPOES.
In TOMPOES is het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard in haar vervolging.
Indien het openbaar ministerie besluit om tot dagvaarding van de verdachten in MELOE over te gaan, dan zal ook daar niet-ontvankelijkheid volgen. Het is dan ook niet te verwachten dat MELOE ooit voor de strafrechter gebracht wordt. Het openbaar ministerie weet dit en hoopt, door de vervolgingsbeslissing uit te stellen, verder gezichtsverlies in de media te voorkomen.
Aangezien het duidelijk is dat de vervolging van verdachte niet wordt voortgezet, dient het verzoek tot beëindiging van de strafzaak ex artikel 36 Wetboek van Strafvordering te worden toegewezen.
Standpunt van het openbaar ministerie
Hoewel het openbaar ministerie in gebreke is gebleven inzake de voortgang van het MELOE-onderzoek, waar verdachte deel van uitmaakt, is het niet juist dat het onderzoek stil ligt. Tot 14 dagen geleden was het openbaar ministerie druk bezig met het maken van een kasopstelling. Ook is pas recentelijk reactie gekomen op de gedane internationale rechtshulpverzoeken. De vervolgingsbeslissing inzake MELOE is afhankelijk van de opstelling van het openbaar ministerie in het hoger beroep van TOMPOES. Wanneer de opstelling van het openbaar ministerie bepaald wordt, is nog onduidelijk. Zolang nog onduidelijk is hoe het openbaar ministerie om gaat met het hoger beroep inzake TOMPOES, dienen de strafzaken in MELOE niet te worden beëindigd.
Beoordeling door de rechtbank
Aannemelijk is dat nu binnen afzienbare tijd duidelijk zal zijn of verdere vervolging wel of niet zal plaatsvinden. Tegen deze achtergrond zal de behandeling van het verzoek, rekening houdend met de zomerperiode, voor bepaalde tijd worden aangehouden.
Beslissing
De rechtbank houdt aan het verzoek tot beëindiging van de strafzaak van verdachte tot de raadkamerzitting van vrijdag 22 oktober 2010 te 14.15 uur.
De rechtbank beveelt de oproeping van verdachte tegen de hierboven genoemde terechtzitting, met kennisgeving daarvan aan zijn raadsman.
Deze beslissing is gegeven door mr. Krijger, voorzitter, mrs. Gilhuis en Aufderhaar, rechters, in tegen¬woordig¬heid van mr. Schippers, griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 18 juni 2010.
Mr. Aufderhaar is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.