ECLI:NL:RBZUT:2010:BM8252
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Krijger
- A. Gilhuis
- J. Aufderhaar
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot beëindiging van strafzaak in omvangrijk justitiëel onderzoek MELOE
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 18 juni 2010 uitspraak gedaan in een verzoek tot beëindiging van de strafzaak tegen de verdachte, die deel uitmaakt van het omvangrijke justitiële onderzoek genaamd MELOE. De verdediging, vertegenwoordigd door raadsman mr. Boone, heeft betoogd dat het onderzoek al geruime tijd stil ligt en dat de vervolging van de verdachte niet zal worden voortgezet. Dit zou ook het gevolg zijn van de niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in het nog omvangrijkere onderzoek TOMPOES, waar MELOE mee verweven is. De verdediging verzocht de rechtbank om het verzoek tot beëindiging van de strafzaak toe te wijzen op basis van artikel 36 van het Wetboek van Strafvordering.
Het openbaar ministerie heeft echter betoogd dat er wel degelijk voortgang is in het MELOE-onderzoek, en dat de vervolgingsbeslissing afhankelijk is van de uitkomst van het hoger beroep in de zaak TOMPOES. De rechtbank heeft de processtukken bekeken en het verzoekschrift is behandeld in de raadkamer op 4 juni 2010. De rechtbank oordeelde dat het aannemelijk is dat binnen afzienbare tijd duidelijk zal zijn of verdere vervolging zal plaatsvinden. Daarom heeft de rechtbank besloten om de behandeling van het verzoek aan te houden tot de raadkamerzitting op 22 oktober 2010.
De rechtbank heeft de oproeping van de verdachte voor deze zitting bevolen, met kennisgeving aan zijn raadsman. De beslissing is genomen door de voorzitter mr. Krijger en de rechters mrs. Gilhuis en Aufderhaar, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 18 juni 2010. Mr. Aufderhaar was niet in staat om het vonnis mede te ondertekenen.