ECLI:NL:RBZUT:2010:BM8261
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Krijger
- A. Gilhuis
- J. Aufderhaar
- Rechtspraak.nl
Aanhouding verzoek tot beëindiging strafzaak in omvangrijk justitiëel onderzoek
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 18 juni 2010 uitspraak gedaan in een verzoek tot beëindiging van een strafzaak, ingediend door de verdachte in het kader van het omvangrijke justitiële onderzoek genaamd MELOE. De raadsman van de verdachte heeft betoogd dat de vervolging van zijn cliënt niet kan worden voortgezet, aangezien het onderzoek al geruime tijd stil ligt en verweven is met het nog omvangrijkere onderzoek TOMPOES, waarin het openbaar ministerie niet-ontvankelijk is verklaard. De raadsman stelt dat het openbaar ministerie, door de vervolgingsbeslissing uit te stellen, probeert gezichtsverlies in de media te voorkomen. Hij verzoekt de rechtbank om het verzoek tot beëindiging van de strafzaak toe te wijzen op basis van artikel 36 van het Wetboek van Strafvordering.
Het openbaar ministerie heeft echter betoogd dat er wel degelijk voortgang is in het MELOE-onderzoek en dat het niet juist is om te stellen dat het onderzoek stil ligt. Er zijn recente ontwikkelingen geweest, waaronder internationale rechtshulpverzoeken, en de vervolgingsbeslissing is afhankelijk van de opstelling van het openbaar ministerie in het hoger beroep van TOMPOES. De rechtbank heeft de processtukken bekeken en het verzoekschrift is op 4 juni 2010 in raadkamer behandeld.
De rechtbank oordeelt dat het aannemelijk is dat binnen afzienbare tijd duidelijk zal zijn of verdere vervolging zal plaatsvinden. Gezien de omstandigheden en de naderende zomerperiode, heeft de rechtbank besloten om de behandeling van het verzoek aan te houden tot de raadkamerzitting op 22 oktober 2010. De rechtbank heeft de oproeping van de verdachte voor deze zitting bevolen, met kennisgeving aan zijn raadsman. De beslissing is genomen door de voorzitter en twee andere rechters, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 18 juni 2010.