ECLI:NL:RBZUT:2010:BN4844

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
24 augustus 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/460422-09
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Boerwinkel
  • Kleinrensink
  • A. van der Mei
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek in een strafzaak met samenhangende medeverdachte

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Zutphen, is op 24 augustus 2010 een tussenvonnis gewezen in de zaak tegen verdachte B, geboren in 1987 en thans gedetineerd in het Huis van Bewaring Doetinchem. De rechtbank heeft het onderzoek heropend na de terechtzittingen van 9 maart, 21 mei en 10 augustus 2010. Tijdens de beraadslaging is gebleken dat het onderzoek niet volledig was, vooral omdat het horen van verdachte B als getuige in de zaak van medeverdachte A noodzakelijk werd geacht. De rechtbank oordeelt dat er een sterke samenhang is tussen de strafzaak van verdachte B en die van medeverdachte A, en dat het wenselijk is om in beide zaken gelijktijdig uitspraak te doen.

De rechtbank heeft besloten het onderzoek te schorsen voor onbepaalde tijd, met een maximum van drie maanden, en heeft bevolen dat verdachte B opnieuw wordt opgeroepen voor een nader te bepalen terechtzitting. De officier van justitie had eerder gevorderd tot gevangenneming van de verdachte, maar deze vordering is aanhouden tot de volgende zitting. De beslissing van de rechtbank is genomen in het belang van een zorgvuldige rechtsgang en om ervoor te zorgen dat alle relevante getuigenissen worden gehoord voordat er een definitieve uitspraak wordt gedaan.

De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit voorzitter M. Boerwinkel en de rechters Kleinrensink en A. van der Mei, in aanwezigheid van griffier mr. Demmers. De griffier was niet in staat om het vonnis mede te ondertekenen, wat gebruikelijk is in dergelijke procedures.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/460422-09
Uitspraak d.d.: 24 augustus 2010
tegenspraak / oip
TUSSENVONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte B],
geboren te [plaats, op 1987],
wonende te [plaats],
thans gedetineerd in het Huis van Bewaring Doetinchem te Doetinchem.
raadsvrouw: mr. Kiliç-Sahin, advocaat te Lent
Onderzoek van de zaak
Dit tussenvonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 9 maart 2010, 21 mei 2010 en 10 augustus 2010.
Beoordeling door de rechtbank
Tijdens de beraadslaging is de rechtbank gebleken dat het onderzoek ter terechtzitting niet volledig is geweest. Daartoe is onder meer van belang dat het onderzoek in de zaak van de medeverdachte [medeverdachte A] zal worden heropend in verband met het horen van [verdachte B] als getuige in de zaak van medeverdachte [medeverdachte A]. Gelet op de verregaande samenhang tussen de onderhavige strafzaak en de zaak van medeverdachte [medeverdachte A] acht de rechtbank het wenselijk dat in deze beide zaken gelijktijdig (eind)uitspraak wordt gedaan.
De rechtbank zal daarom het onderzoek heropenen en vervolgens schorsen voor onbepaalde tijd, doch maximaal drie maanden, met bevel tot oproeping van de verdachte tegen een nader te bepalen terechtzitting en kennisgeving daarvan aan zijn raadsvrouw. In het zittingsrooster van de rechtbank ziet de rechtbank klemmende redenen, als bedoeld in artikel 282 van het Wetboek van Strafvordering, om het onderzoek langer te schorsen dan één maand.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting van 9 maart 2010 de gevangenneming van de verdachte gevorderd ten aanzien van (ook) het onder 2 en 3 ten laste gelegde. Ter terechtzitting van 10 augustus 2010 heeft zij die vordering beperkt tot het onder 2 ten laste gelegde. De raadsman heeft afwijzing van de vordering bepleit. De rechtbank ziet aanleiding de beslissing op de vordering van de officier van justitie aan te houden tot de nader te bepalen terechtzitting.
Beslissing
De rechtbank:
* heropent het onderzoek en schorst dit voor onbepaalde tijd, doch maximaal voor drie maanden;
* beveelt de oproeping van verdachte tegen de nader te bepalen terechtzitting, met kennisgeving daarvan aan zijn raadsvrouw.
Aldus gewezen door mrs. Boerwinkel, voorzitter, Kleinrensink en Van der Mei, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Demmers, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 24 augustus 2010.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.