ECLI:NL:RBZUT:2010:BN7083
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding tussen verzoekers met onbekende nationaliteit en huwelijksdomicilie in niet meer bestaand land
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zutphen op 15 september 2010, hebben verzoekers, een man en een vrouw met onbekende nationaliteit, een gemeenschappelijk verzoek tot echtscheiding ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekers hun gewone verblijfplaats in Nederland hebben, waardoor de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft op basis van artikel 3 van de EG Verordening 2201/2003. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat het Nederlands recht van toepassing is op de echtscheiding, aangezien de verzoekers voldoen aan de wettelijke vereisten en hun huwelijk duurzaam is ontwricht.
De verzoekers zijn in 1985 te [plaats] (destijds in de Sovjetunie) gehuwd. De rechtbank heeft de vraag beantwoord welk recht van toepassing is op het huwelijksvermogensregime. Aangezien de officiële huwelijksdocumenten verloren zijn gegaan door de oorlog, was het onbekend of de verzoekers ten tijde van het huwelijk een gemeenschappelijke nationaliteit hadden. De rechtbank heeft geconcludeerd dat, gezien de vluchtelingenstatus van de verzoekers en hun langdurige verblijf in Nederland, het Nederlandse recht van toepassing is op hun vermogensrechtelijke verhouding, wat betekent dat er een algehele gemeenschap van goederen bestaat.
De rechtbank heeft het verzoek tot echtscheiding toegewezen en bepaald dat het echtscheidingsconvenant, dat op 17 augustus 2010 is ondertekend, onderdeel uitmaakt van de beschikking. De beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting en is uitvoerbaar bij voorraad, met uitzondering van de beslissing omtrent de echtscheiding.