ECLI:NL:RBZUT:2010:BO1071
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. van Valderen
- A. Gilhuis
- P. Aufderhaar
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor inbraak en ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel
In deze zaak heeft de rechtbank Zutphen op 20 oktober 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die in november 2009 een inbraak heeft gepleegd bij een tankstation. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 maanden voor deze inbraak en twee soortgelijke inbraken. Tijdens de inbraak is er een gat in het dak gemaakt om toegang te krijgen tot de voorraad sigaretten. De rechtbank heeft in een afzonderlijk vonnis de verdachte ook verplicht om een bedrag van € 38.257,40 aan de Staat te betalen, wat het wederrechtelijk verkregen voordeel betreft van de gepleegde inbraken.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, die destijds gedetineerd was in het huis van bewaring te Doetinchem, zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal gepleegd door twee of meer verenigde personen, en poging tot diefstal. Daarnaast was de verdachte in het bezit van een vals reisdocument. De officier van justitie had in de vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel aanvankelijk een bedrag van € 32.245,-- gesteld, maar dit bedrag werd ter zitting bijgesteld naar € 39.664,--. Uiteindelijk heeft de rechtbank het wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op € 38.257,40, na aftrek van een schadevergoeding aan het tankstation van € 1.406,60.
De rechtbank heeft de vordering van het Openbaar Ministerie toegewezen en de verdachte verplicht om het vastgestelde bedrag aan de Staat te betalen. De beslissing is genomen na een openbare terechtzitting op 6 oktober 2010, waar de officier van justitie, de verdachte en zijn raadsman zijn gehoord. De rechtbank heeft haar oordeel gebaseerd op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, en heeft de hoogte van het wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op basis van een aanvullend proces-verbaal van berekening.