ECLI:NL:RBZUT:2010:BO4377
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot vernietiging van erkenning van een kind door niet-biologische vader
In deze zaak heeft de rechtbank Zutphen op 11 november 2010 uitspraak gedaan in een verzoek tot vernietiging van de erkenning van een kind door de man, die niet de biologische vader is. De man heeft het kind van zijn voormalig partner erkend, maar stelt dat hij ten tijde van de erkenning heeft gedwaald. De rechtbank oordeelt dat de man onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake was van dwaling. De man was op de hoogte van het feit dat hij niet de biologische vader was en heeft de erkenning gedaan uit liefde voor de vrouw, met wie hij een gezin wilde vormen. De rechtbank wijst erop dat een beïnvloeding door verliefdheid niet kan worden aangemerkt als een wilsgebrek in de zin van de wet.
De rechtbank gaat verder in op de juridische consequenties van de erkenning en stelt dat de man, ondanks zijn beroep op dwaling, zelf verantwoordelijk is voor zijn beslissing. Hij heeft verklaard dat hij een informatiebrochure heeft ontvangen, maar deze niet volledig heeft doorgelezen. De rechtbank concludeert dat de man niet voldoende heeft aangetoond dat hij door dwaling of misbruik van omstandigheden tot de erkenning is gekomen.
De rechtbank wijst het verzoek van de man af, omdat artikel 1:205 lid 1 sub b van het Burgerlijk Wetboek geen ruimte biedt voor een toetsing in het belang van de minderjarige in deze situatie. De beslissing van de rechtbank is dat de erkenning niet kan worden vernietigd, en de man blijft juridisch vader van het kind. De uitspraak is gedaan door mr. R.A. Eskes en is openbaar gemaakt op 11 november 2010.