ECLI:NL:RBZUT:2011:BR0620

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
6 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/940360-10
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Troost
  • A. Heenk
  • J. van der Mei
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenbeslissing in strafzaak tegen verdachte B in verband met overval op supermarkt en juwelier in Ermelo

Op 6 juli 2011 heeft de Rechtbank Zutphen een tussenbeslissing genomen in de strafzaak tegen verdachte B, die samen met twee andere verdachten wordt beschuldigd van een overval op een supermarkt en juwelier in Ermelo. Tijdens de regiezitting op 29 juni 2011 heeft de raadsman van verdachte B geen nadere onderzoekswensen ingediend. De rechtbank heeft daarom ambtshalve besloten dat de processen-verbaal van de getuigenverhoren in de zaak van verdachte B worden gevoegd in de dossiers van de medeverdachten A en C. Dit besluit is genomen om een doelmatige procesvoering te waarborgen.

De rechtbank heeft tevens bepaald dat de rechter-commissaris verzocht wordt om ervoor te zorgen dat de raadslieden van de medeverdachten in de gelegenheid worden gesteld om de getuigenverhoren bij te wonen en vragen te stellen. Evenzo zal de raadsman van verdachte B de mogelijkheid krijgen om de verhoren in de zaken van de medeverdachten bij te wonen en vragen te stellen. Deze beslissing is genomen om de samenwerking tussen de verschillende partijen in het proces te bevorderen en om ervoor te zorgen dat alle betrokkenen goed geïnformeerd zijn over de getuigenverklaringen.

De rechtbank heeft de stukken in handen gesteld van de rechter-commissaris, zodat hij het reeds aangevangen onderzoek kan voortzetten en kan handelen zoals hij in deze zaak nodig acht. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de griffier, mr. Banga, en is openbaar uitgesproken tijdens de zitting op 6 juli 2011.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/940360-10
Uitspraak d.d. 6 juli 2011
Tegenspraak / dip
TUSSENBESLISSING
in de zaak tegen:
[verdachte B],
geboren te [plaats, 1985],
wonende te [adres]
thans gedetineerd in het huis van bewaring te Zutphen.
Raadsman mr. A.W. Syrier te Utrecht.
Onderzoek van de zaak
Deze beslissing is gegeven naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting
van 29 juni 2011. Deze (regie)zitting was onder andere gepland om de procesdeelnemers in de gelegenheid te stellen mogelijke onderzoekswensen en eventuele andere verzoeken aan de orde te stellen.
Onderzoeksvragen
De raadsman heeft geen nadere (onderzoeks)wensen voorgelegd.
Ambtshalve beslissing met betrekking tot de getuigenverhoren
Om redenen van een doelmatige procesvoering zal de rechtbank bepalen dat de processen-verbaal van de in de zaak van deze verdachte te houden en gehouden getuigenverhoren worden gevoegd in de dossiers van de medeverdachten [verdachte C] en [verdachte A]. In de zaken van die medeverdachten wordt bij tussenbeslissing van heden bepaald dat de processen-verbaal van de in die zaken te bevelen en reeds gehouden getuigenverhoren worden gevoegd in het dossier van verdachte [verdachte B].
Deze beslissing brengt mee dat de rechter-commissaris verzocht wordt te bevorderen dat de raadslieden van de medeverdachten in de gelegenheid worden gesteld de in de zaak van deze verdachte reeds eerder opgedragen verhoren bij te wonen en die getuigen zonodig vragen te stellen, terwijl de raadsman van verdachte in de gelegenheid zal worden gesteld de verhoren in de zaken van die medeverdachten bij te wonen en vragen te stellen.
Beslissing
De rechtbank:
- stelt de stukken in handen van de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, opdat hij het reeds aangevangen onderzoek naar aanleiding van eerdere onderzoekswensen kan voortzetten en kan doen wat hem in deze zaak overigens dienstig voorkomt;
- bepaalt dat de processen-verbaal van de getuigen-verhoren en eerder gehouden getuigen-verhoren worden gevoegd in de dossiers van de medeverdachten [verdachte A] en [verdachte C];
- bepaalt dat de bij de rechter-commissaris afgelegde (getuigen)verklaringen in de zaken van de medeverdachten [verdachte A] en [verdachte C] worden gevoegd in het dossier van verdachte.
Deze beslissing is gegeven door mrs. Troost, voorzitter, Heenk en Van der Mei, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Banga, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 6 juli 2011.