Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
INTRATUIN HALSTEREN B.V.,
1.Het verloop van het geding
- het op 8 mei 2013 ter griffie ontvangen verzoekschrift, met producties;
- het daarop ontvangen verweerschrift, met producties;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 13 juni 2013 met het daarbij behorende audiëntieblad;
- de door mr. Brogtrop overgelegde pleitnotities.
2.Inleiding
- de thans 75-jarige [verweerster 1] is sinds 21 april 2000 in dienst van Intratuin in de functie van algemeen medewerker afdeling bloembinderij, aanvankelijk op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en vanaf 1 juli 2002 voor onbepaalde tijd, tegen een salaris van laatstelijk € 530,82 bruto per maand, exclusief 8% vakantietoeslag; de arbeidsduur bedraagt 11,4 uur per week.
- Intratuin heeft in of omstreeks maart 2013 het dienstverband met [verweerster 1] willen beëindigen door haar een beëindigingsovereenkomst te laten ondertekenen, hetgeen door [verweerster 1] is geweigerd;
- Intratuin heeft vervolgens een ontslagvergunning voor [verweerster 1] aangevraagd bij het UWV, welke aanvraag zij later heeft ingetrokken.