In deze zaak heeft de kantonrechter op 5 maart 2014 een machtigingsverzoek tot schenking afgewezen. Het verzoek was ingediend namens een 55-jarige curandus met het syndroom van Down, die een schenking van € 60.000,00 aan zijn broers en zussen wilde doen. De curator had eerder toestemming gekregen voor een kleinere schenking, maar de huidige aanvraag werd als niet in het belang van de curandus beschouwd. De kantonrechter oordeelde dat de schenking voornamelijk ten goede zou komen aan de broers en zussen van de curandus, en niet aan de curandus zelf. De kantonrechter benadrukte dat het niet zijn taak was om constructies te faciliteren die gericht zijn op het vermijden van successiebelasting. Ondanks dat de curandus, gezien zijn leeftijd en gezondheidstoestand, waarschijnlijk voldoende vermogen zou overhouden om van te leven, was de schenking niet gerechtvaardigd. De kantonrechter wees erop dat het niet acceptabel is dat vermogens van rechthebbenden standaard door schenkingen worden verminderd om toekomstige belastingverplichtingen te vermijden. Gezien deze overwegingen werd het verzoek tot machtiging tot schenking afgewezen.