ECLI:NL:RBZWB:2014:3169
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Last onder dwangsom voor beëindiging permanente bewoning recreatiewoning op Parc Patersven
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 mei 2014 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. De zaak betreft een last onder dwangsom die aan de verhuurder van een recreatiewoning op Parc Patersven is opgelegd, gericht op het beëindigen van de permanente bewoning van de woning. De verhuurder, eiser, had de woning verhuurd aan derden die er permanent woonden. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zundert had op 25 juli 2013 een besluit genomen waarin eiser werd gelast het gebruik van de woning anders dan voor verblijfsrecreatie te beëindigen, met een dwangsom van € 25.000,- indien niet tijdig aan de last werd voldaan. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 11 april 2014 is gebleken dat de huurders de woning inmiddels hadden verlaten, waardoor de last onder dwangsom niet meer van toepassing was. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser geen procesbelang meer had bij een inhoudelijke beoordeling van het bestreden besluit, aangezien de last specifiek op de huurders was gericht. Hierdoor werd het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen inhoudelijke beoordeling van de rechtmatigheid van het besluit gedaan en heeft ook geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen zes weken na verzending van de uitspraak.