Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
INTERNATIONAAL TRANSPORTBEDRIJF A. DEKKER EN ZN. BV,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 17 december 2014 en de daarin genoemde stukken,
- het proces-verbaal van comparitie, gehouden op 11 maart 2015,
- de akte overleggen producties, met producties genummerd 5 t/m 7, zijdens Vermeer Transport,
- de conclusie van repliek tevens houdende wijziging van eis, met producties genummerd 8 t/m 11,
- de conclusie van dupliek.
2.Het geschil
3.De beoordeling
Blijkbaar was Vermeer op de hoogte van het feit dat Lage landen de auto’s kwam ophalen. Lage Landen is die avond gekomen om de auto’s op te halen, maar toen bleek dat Vermeer de auto’s al achter zijn eigen hek had gezet. Lage Landen wilde een beroep doen op haar retentierecht.”.
overnemenvan een schuld c.q. vordering van een derde en daarvan is geen sprake. Deze schuld is er gewoon een van haarzelf. Nu Dekker zelf betrokken is geweest bij het ontstaan van de verrekenbare schuld doet de situatie waarop artikel 54 Fw ziet zich niet voor. Vermeer Transport heeft haar schuld te goeder trouw laten ontstaat omdat zij Dekker uit de brand wilde helpen. Vermeer Transport ontkent te hebben geweten van het aanstaande faillissement van Dekker.
4.De beslissing
,te voldoen binnen 14 dagen na de datum van dit vonnis, bij gebreke waarvan voormeld bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,