Uitspraak
Bestreden besluit 1
Schorsing
5. Inhouding van bezoldiging
Bestreden besluit 2
- verklaart het beroep tegen bestreden besluit 1 ongegrond;
- verklaart het beroep tegen bestreden besluit 2 niet-ontvankelijk.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 juni 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een ambtenaar werkzaam bij de Belastingdienst en de staatssecretaris van Financiën. De ambtenaar, eiser, was geschorst en had een gedeeltelijke inhouding van zijn bezoldiging ondergaan, wat leidde tot een voornemen tot strafontslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris voldoende gronden had om tot schorsing en het voornemen tot ontslag over te gaan, gezien de concrete verdenking van plichtsverzuim. Eiser had een budget aangevraagd voor een eindejaarsactiviteit, maar had een restant van dit budget niet terugbetaald en geen openheid van zaken gegeven over zijn financiële situatie. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris in redelijkheid gebruik had kunnen maken van zijn bevoegdheid tot schorsing en inhouding van de bezoldiging, en dat het beroep tegen het bestreden besluit tot schorsing ongegrond was. Daarnaast werd het beroep tegen het besluit tot onvoorwaardelijk ontslag niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser niet binnen de wettelijke termijn beroep had ingesteld. De rechtbank benadrukte dat de ambtenaar hoge eisen van integriteit moet naleven, vooral binnen de Belastingdienst.