2.3.1.In de koopovereenkomst is onder meer het volgende vermeld:
“ De Koopprijs bedraagt tien miljoen drie honderd duizend euro (€ 10.300.000,00), deels te vermeerderen met omzetbelasting zoals hierna in artikel 1 lid 4 is bepaald.
1. Dekoopprijswordt voldaan als volgt:
ter gelegenheid van de ondertekening van de onderhavige overeenkomst wordt direct daarop volgende de (eerste) akte van levering gepasseerd en zal de Koper in het kader daarvan een som voldoen ad drie miljoen vijfhonderdduizend euro (€ 3.500.000,00), deels te vermeerderen met omzetbelasting; de koopprijs, waarvan een gedeelte, groot twee miljoen euro (€ 2.000.000,00) via de notaris ter beschikking van de Verkoper is gesteld en waarvan een gedeelte, groot een miljoen vijf honderd duizend euro (€ 1.500.000,00) door Koper wordt schuldig gebleven (…)
(…)
De koper en verkoper hebben uitdrukkelijk de intentie om een bouwterrein op te leveren als bedoeld in artikel 11 lid 4 van de Wet op de Omzetbelasting.
Het BTW bestanddeel, in één keer over een deel ad drie miljoen vijf honderd duizend, euro (€ 3.500.000,00) van de Koopprijs, door Koper aan Verkoper te voldoen, dient door Verkoper op correcte wijze te worden afgedragen casu quo verrekend met de Belastingdienst.
(…)
Kosten en belastingen
Artikel 1
(…)
2. Verkoper garandeert voor wat betreft het Gekochte te handelen als ondernemer in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968 en garandeert dat de levering plaatsvindt, vóór, op of uiterlijk twee jaren na het tijdstip van de eerste ingebruikneming, zodat over het daartoe in aanmerking komende gedeelte van de Koopprijs omzetbelasting verschuldigd is met betrekking tot de levering van het Gekochte.
Mocht -na overleg met de Belastingdienst- blijken dat een of meer onderdelen niet (meer) ten tijde van de betreffende levering kunnen worden beschouwd als een bouwterrein of gebouw als bedoeld in artikel 11.4 van de Wet op de Omzetbelasting, dan zullen Partijen in de leveringsakte - zo nodig - samen een optieverzoek doen als bedoeld in artikel 11 van de genoemde wet (verleggen BTW naar Koper).
3. Het daarvoor in aanmerking komende gedeelte van de Koopprijs van het Gekochte wordt met de in het voorgaande lid bedoelde omzetbelasting verhoogd;
deze omzetbelasting wordt tegelijk met de Koopprijs aan Verkoper voldaan, behoudens met betrekking tot de (eerste) akte van levering voor een koopprijs van drie miljoen vijfhonderdduizend euro (€ 3.500.000,00), waarbij in de (eerste) akte van levering bepaald zal worden dat Koper ter zake deze (eerste) akte van levering de verschuldigde omzetbelasting schuldig zal blijven aan Verkoper en deze verschuldigdheid ten gelegenheid van de (eerste) akte van levering wordt omgezet in een leenschuld van Koper aan Verkoper, over welke schuld geen interest bedongen zal worden en afgelost dient te worden zodra Koper de teruggaaf van de omzetbelasting door de belastingdienst heeft ontvangen (…)
Algemene bepalingen
(…)
Betaling en verrekening
Artikel IV
(…)
6. Als omzetbelasting verschuldigd is, draagt Verkoper er zorg voor dat aan Koper tijdig een factuur in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968 wordt afgegeven. Deze verplichting vervalt als de akte van levering aan de vereisten voldoet om als een zodanige factuur te fungeren, dan wel als de notaris door middel van de afrekening namens Verkoper een zodanige factuur met diens gegevens heeft verstrekt.
Als de verleggingsregeling als bedoeld in de Wet op de omzetbelasting 1968 van toepassing is, zal door de notaris in de akte van levering en/of , op de afrekeningen worden vermeld; 'omzetbelasting verlegd'.”
2.3.2.In de akte van levering is onder meer het volgende vermeld:
“
C. LEVERING EN AANVAARDING
(…)
Voormelde bloot-eigendom, voormelde erfpacht en voormelde appartementsrechten hierna tezamen ook te noemen; 'het gekochte', welk gekochte, te weten:
voormelde kadastrale nummers [#2] en [#2] (bloot-eigendom/erfpacht) en
voormelde appartementsrechten,
een (fiscaal) bouwterrein betreft als bedoeld in artikel 11 van de Wet op de Omzetbelasting 1968, (…)
E. KOOPPRIJZEN/VERREKENING DIVERSE BEDRAGEN/KWIJTING
De koopprijs bedraagt voor wat betreft de door de verkoper te leveren:
a. bloot-eigendom en erfpacht van de kadastrale percelen [#1] en [#2] , en
b. voormelde appartementsrechten (voor wat de appartementsrechten betreft, zijnde het aandeel grond),
totaaldrie miljoen vijfhonderd duizend euro (€ 3.500.000.00)
Op de verkrijging van debloot-eigendom en erfpachtvan de kadastrale percelen[#1]en[#2]en de voormeldeappartementsrechtenisomzetbelastingverschuldigd die voor rekening is van dekoper. De verschuldigdeomzetbelastingis groot eenentwintig procent (21 %) over gemeld bedrag van drie miljoen vijfhonderd duizend euro (€ 3.500,000,00),zijnde een bedrag van zevenhonderdviifendertigduizend euro (€ 735.000.00). welk laatstgemeld bedrag aan de verkoper zal worden voldaan op de hieronder bij"Kwijting en schuldig blijven bedrag'vermelde wijze.
(…)
Kwijting en schuldig blijven bedrag
(…)
2. Als gevolg van het vorenstaande verklaart de koper de omzetbelasting, zijnde zeven honderd vijf en dertig duizend euro (€ 735.000,00), bij deze schuldig te zijn aan de verkoper, die deze schuldigerkenning aanneemt, over welke schuld geen interest verschuldigd is bij onverkorte nakoming van de daartoe hierna vermelde voorwaarden:
(…)
b. Indien en zodra de bedoelde som door koper als gevolg van de teruggave zal zijn ontvangen, wordt die som per direct overgeboekt ter aflossing naar de verkoper.
(…)
Kwijting
(…) ook kwiteert de verkoper voor de ontvangst van de hiervoor genoemde bedragen, welke verschuldigd zijn voor omzetbelasting, dit om reden dat die verschuldigdheid door koper bij deze wordt omgezet in een leenschuld van de koper aan de verkoper.
Uitsplitsing koopsom
(…)
Overdrachtsbelasting/Omzetbelasting
(…)
Het gekochte is, voor wat betreft:
1.de bloot-eigendom/erfpachtvan de kadastrale percelen[#1]en[#2], én
2. de appartementsrechten,
onderdeel van een bouwterrein of gebouw als bedoeld in artikel 11 van de Wet op de Omzetbelasting 1968, als gevolg waarvan de levering van rechtswege met omzetbelasting is belast.
Terzake wordt specifiek voor het thans nog bebouwde kadastraal perceel met nummer[#1]:
verwezen naar het daarom door partijen verklaarde bij de koopovereenkomst, woordelijk luidende:
[
begin citaat]
" Voorts zal de Verkoper nog voor eigen rekening zorgdragen voor het tijdig bouw- en woonrijp maken van de kavel. De bestaande bebouwing is en wordt nog voor rekening en risico van verkoper gesloopt. Dit betekent dat zowel de eventuele kosten en opbrengsten in verband met de sloop aan Verkoper toekomt. De koper en verkoper hebben uitdrukkelijk de intentie om een bouwterrein op te leveren als bedoeld in artikel 11 lid 4 van de Wet op de Omzetbelasting'.
[
einde citaat]”
2.3.3.In verband met het voornemen om een boete op te leggen, heeft er op 14 januari 2014 een schuldonderzoek door de inspecteur plaatsgevonden. Tijdens dit onderzoek is door [A] , directeur/aandeelhouder van een van de in 2.3 bedoelde vennootschappen, en [B] , administratief medewerkster, het navolgende verklaard:
[A] :
“Ik ben in mijn hoedanigheid van directeur - groot aandeelhouder eindverantwoordelijk voor het indienen van de aangiften omzetbelasting. De accountant doet controle achteraf."
"De notaris heeft gezegd dat de btw gestort moest worden, maar er was van de ontvangen twee miljoen, na betaling van de hypotheek en dergelijke, nog zes ton over dus kon de BTW niet afgedragen worden."
[B] :
"Ik hoorde voor het eerst dat de aangifte omzetbelasting niet goed was ingevuld in het telefoongesprek met [C] van de Belastingdienst/Goes. Ik heb de achterliggende stukken, zoals de verkoopovereenkomst, akte van levering en afrekening van de notaris (factuur), ontvangen in september. Ik heb niet bewust een fout gemaakt. De afspraak was met de verkoper dat er verlegd zou worden. Ik heb een zin gezien in de verkoopovereenkomst waarin sprake is van de verleggingsregeling.”
[A] :
"Op voorspraak van [D] (adviseur van de koper) is afgesproken dat de omzetbelasting verlegd zou worden. [D] zou dit regelen met de Belastingdienst in Gorinchem, maar ik vraag mij af of dit al is gebeurd. De transactie is op zeer korte termijn gesloten. Ik wilde de transactie rond hebben en ben meegegaan in het voorstel van [D] om de btw op deze wijze aan te geven. Het alternatief zou mogelijk geweest zijn dat het gehele project zou worden afgeblazen of dat er naar eén nieuwe investeerder gezocht moest worden. De noodzaak om een fiscaal-adviseur in te schakelen en/of contact op te nemen met de Belastingdienst heb ik niet noodzakelijk geacht."
Gezamenlijk: ,
"Achteraf zien we in dat er geen juiste aangifte is gedaan."