Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
met name heb ik mee laten wegen dat geen meerwaarden aanwezig zijn bij die vermogensbestanddelen die overgaan op [belanghebbende] BV als gevolg van de juridische afsplitsing (bij de afsplitsing wordt een negatieve winst behaald).” Hieruit volgt dat het oordeel dat de juridische afsplitsing niet gericht is op het ontgaan of uitstellen van vennootschapsbelasting is gebaseerd op het gegeven dat de afsplitsing bij [C BV] niet tot heffing van vennootschapsbelasting aanleiding geeft. Een oordeel over de al dan niet zakelijke motieven van de splitsing is hiermee, gelet op het ontbreken van een heffingsbelang voor de vennootschapsbelasting, naar het oordeel van de rechtbank niet gegeven.
5.Proceskosten
6.Beslissing
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: