ECLI:NL:RBZWB:2017:6372
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke geschil over plaatsings-/aanwijzingsbesluit LFNP met betrekking tot de functie Senior Tactische Opsporing, Vreemdelingen
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het besluit van de korpschef van politie inzake een plaatsings-/aanwijzingsbesluit, dat op 22 maart 2017 is genomen. De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft op 4 oktober 2017 uitspraak gedaan in deze zaak. Eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. W.J. Dammingh, heeft zijn bezwaren tegen het besluit van de korpschef naar voren gebracht. De korpschef werd vertegenwoordigd door mr. N.J. Mathura en mr. F.A.M. Bot.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser in beroep heeft verwezen naar zijn eerdere bezwaargronden, maar dat hij niet concreet heeft aangegeven welke bezwaargronden niet of onjuist zijn weerlegd door de korpschef. De rechtbank oordeelt dat de korpschef de bezwaargronden gemotiveerd heeft weerlegd en dat de wijze van ondertekening van het registratieformulier van de Commissie Functievergelijking geen aanleiding geeft tot twijfel over de authenticiteit van het advies.
De rechtbank concludeert dat de korpschef voldoende heeft gemotiveerd dat de bezwaargronden ongegrond zijn en dat er een volledige heroverweging heeft plaatsgevonden. De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Eiser was werkzaam in de functie van Coördinator Afdeling Uitzetting, Toezicht en VRIS en heeft bezwaar gemaakt tegen zijn plaatsing in de functie Senior GGP, Vreemdelingen. De rechtbank oordeelt dat de korpschef terecht heeft besloten om eiser in de functie Senior GGP te plaatsen, gezien de vergelijkbaarheid van de werkzaamheden.
De uitspraak is openbaar uitgesproken op 4 oktober 2017, en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.