Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
- er zijn geen vastleggingen van de bedragen die derden aan u ter beschikking hebben gesteld.
- er zijn geen vastleggingen van de bedragen die u ter beschikking heeft gesteld aan de BV.
- er zijn geen vastleggingen van de terugbetalingen door u aan de derden.
- de vorderingen van u op de BV en de schulden van u aan derden zijn niet aangegeven in uw aangiften inkomstenbelasting.(...).”
- In welke relatie staan deze derden tot u of de BV?
- Op welke wijze werd door u bijgehouden welke bedragen door derden aan de Belastingdienst waren betaald en welke bedragen door u aan hen waren terugbetaald?
- Op welke data en voor welke bedragen hebben welke personen geld ten behoeve van de BV betaald aan de Belastingdienst?
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
5.Proceskosten
6.Beslissing
- verklaart de beroepen ongegrond;
- veroordeelt de Minister voor Rechtsbescherming tot het betalen van een schadevergoeding aan belanghebbende tot een bedrag van € 500;
- veroordeelt de Minister voor Rechtsbescherming in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 1.485;
- draagt de Minister voor Rechtsbescherming op het betaalde griffierecht van in totaal € 460 aan belanghebbende te vergoeden.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: