Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
1.Geschonden wettelijke voorschriften:
2. Geschonden beginselen van behoorlijke procesorde:
- Het feit dat het hun eigen keuze en verantwoording was waarover ze met de CIE zouden praten. Alles gebeurde op vrijwillige basis;
- Het feit dat het voor [naam 1] belangrijk was om zijn persoonlijke situatie en plannen met een advocaat te bespreken;
- Het feit dat er door de CIE op geen enkele wijze toezeggingen en/of beloftes konden worden gedaan. Dat [naam 1] alleen zelf overzicht had in de complexe zaak en dat de CIE daardoor zeer beperkt was in haar mogelijkheden. Dat de CIE dus ook geen 100 % garantie kon geven op de veiligheid van de [familie 2] . Dat [naam 1] deze situatie zelf had gecreëerd door zich aan te sluiten bij deze criminele organisatie en zelf verantwoordelijk was voor de gevolgen.
1. op de actiedag naar de pers op 21 augustus 2012;
2. aan de Universiteit Tilburg, de gemeente Tilburg (in RIEC verband);
3. aan het NRC, hetgeen heeft geleid tot het artikel in het NRC van 25 januari 2014.
1.1. De actiedag op 21 augustus 2012Betreffende de aanwezigheid van de media tijdens de actiedag is de rechtbank van oordeel dat dit niet het gevolg is geweest van het lekken van informatie door de politie. Sterker nog, de rechtbank is er mee bekend dat het niet ongebruikelijk is dat de media door de politie voor een actiedag wordt uitgenodigd, mits daarbij alle privacy- en geheimhoudingsaspecten in acht worden genomen.
2.2. Aan de Universiteit Tilburg, de gemeente Tilburg (in RIEC verband)De rechtbank stelt vast dat in artikel 16, eerste lid, onder b van de Politiewet wordt bepaald dat politiegegevens worden verstrekt aan de burgemeester voor zover zij deze behoeven in verband met hun gezag en zeggenschap over de politie, of in het kader van de handhaving van de openbare orde.Voorts wordt in artikel 22, eerste lid van de Wet Politiegegevens bepaald dat politiegegevens kunnen worden verwerkt ten behoeve van beleidsinformatie, wetenschappelijk onderzoek of statistiek met het oog op de taak, bedoeld in artikel 1, onderdeel a, onder de voorwaarde dat de resultaten daarvan geen persoonsgegevens mogen bevatten. Op grond van eerdergenoemde brief van de officier van justitie d.d. 4 november 2014 is voorts vast komen te staan dat de verklaringen van [naam 1] met instemming van het Openbaar Ministerie zijn verstrekt aan criminologen verbonden aan het RIEC Zuid West Nederland en Oost Brabant, aan criminologen verbonden aan het Integraal Afpakteam en aan medewerkers van de Universiteit Tilburg. De verstrekking heeft plaatsgevonden op grond van artikel 39g jo artikel 15 van de Wet Justitiële en Strafvorderlijke gegevens.
3.3. Het artikel in het NRC van 25 januari 2014Bij bestudering van het artikel komt de rechtbank tot de conclusie dat het erop lijkt dat een opsporingsambtenaar van politie wordt geciteerd, die daarbij door de schrijver van het artikel wordt aangeduid als “de opsporingsbron” en “de misdaadbestrijder”. Daarnaast worden in het artikel, zo lijkt het, ook de burgemeester van Tilburg, een advocaat die wordt aangeduid als “de beschuldigde advocaat” en ook verdachte [naam 2] geciteerd. Daarnaast komt de rechtbank tot de conclusie dat de inhoud van het artikel in grote lijnen is afgeleid van de verklaringen die door [naam 1] zijn afgelegd.De rechtbank merkt allereerst op dat op het moment van het publiceren van het artikel in het NRC alle verdachten tenminste al ruim zes maanden op vrije voeten waren. Voorts hadden voor die datum van publicatie in het onderzoek Heemskerck al vier zittingen plaatsgevonden en waren, na de verwijzing door de meervoudige kamer op 17 mei 2013, de getuigen die inhoudelijk over de zaak Heemskerck konden verklaren, door de rechter-commissaris gehoord. Ook was inmiddels het eind-proces-verbaal, dat op 30 januari 2013 was gesloten, aan de verdediging ter hand gesteld. Kortom, gezegd kan worden dat alle ins and outs betreffende het onderzoek Heemskerck al geruime tijd voor de publicatie van het artikel in het NRC bekend waren. De rechtbank kan op grond van dit alles dan ook niet uitsluiten dat de schrijver van het artikel kennis heeft kunnen nemen van het dossier Heemskerck en daarmee ook van de door [naam 1] afgelegde verklaringen. Dat in het artikel ook personen worden geciteerd wil naar het oordeel van de rechtbank niet zeggen dat het juist die personen zijn geweest die de noodzakelijke informatie hebben verstrekt voor de totstandkoming van dat artikel.
4.De beoordeling van het bewijs
- [naam 1] verklaart in zijn verhoor van 16 mei 2012 over schilderijen van [naam 17] die door [naam 18] worden nageschilderd en die bepaalde personen in hun bezit zouden hebben;
- Tijdens doorzoekingen zijn door de politie in de woningen van [naam 18] en [naam 2] en [naam 11] dergelijke schilderijen aangetroffen; [naam 1] verklaart in zijn verhoor van 30 mei 2012 dat [naam 2] mogelijk geld heeft verstopt in de woning van zijn schoonouders.
- [naam 1] heeft verklaard over personen die betrokken zijn bij de criminele organisatie. Enkele van deze door [naam 1] genoemde personen bevestigen zijn verklaring op dit punt. Het betreft onder andere [naam 12] , [naam 14] , [naam 13] en [naam 20] . Daarnaast benoemt hij persoonlijke omstandigheden van bepaalde personen die ook blijken te kloppen, zoals het feit dat [naam 21] zijn diploma in de makelaardij heeft gehaald;
- [naam 1] geeft in zijn verhoren een beschrijving van zijn rol in de organisatie. Hij kent zichzelf de rol toe van bedrijfsleider, een positie direct onder de door hem genoemde leidinggevenden. Hetgeen [naam 1] over zijn rol in die organisatie verklaart, wordt door onder andere [naam 14] en [naam 13] bevestigd.
- Met betrekking tot de verschillende verklaringen van [naam 1] over de aankopen via [bedrijf 1] , overweegt de rechtbank als volgt. Bij doorzoekingen werden aankoopfacturen aangetroffen bij [naam 4] en [naam 11] en [naam 3] betreffende de aankoop van goederen bij [bedrijf 11] (hierna te noemen: [bedrijf 11] ). Buiten de vraag of van alle aankopen wel alle administratieve bescheiden zijn aangetroffen, doet de bijstelling van [naam 1] op dat punt niet af aan zijn betrouwbaarheid;
- Ten aanzien van de verklaring van [naam 22] dat hij [naam 1] kent als iemand die een vishandel bezit, verliest de verdediging naar het oordeel van de rechtbank uit het oog dat ook zijn verklaring een verkeerde weergave kan bevatten van zijn relatie met [naam 1] om zijn eventuele betrokkenheid af te schermen. Daarmee staat niet vast dat [naam 1] onjuist heeft verklaard;
- De verklaring van [naam 14] dat veel niet waar is van wat [naam 1] zegt, kan niet alleen worden beoordeeld op basis van het beperkte citaat dat door de verdediging is gegeven. Immers, [naam 14] verklaart over zijn eigen betrokkenheid bij [naam 5] . In zijn verhoor van 18 december 2012 verklaart hij, anders dan mogelijk eerder is verklaard, dat hij geen contact meer heeft met de persoon voor wie hij werkte. Hij bedoelt dan [naam 11] . Verder zegt hij dat hij al 9 jaar werker is. In het licht daarvan kan niet worden gezegd dat deze verklaring strijdig is met wat [naam 1] daarover in zijn verhoor heeft verklaard;
- De verdediging heeft aangegeven dat de bedreiging door [naam 2] geen bedreiging was.
endoorslaggevend (“decisive”) berust op de verklaringen van [naam 1] . Naar de mening van het Openbaar Ministerie is hier geen sprake van. Zijn verklaringen staan immers niet op zichzelf: steunbewijs is te vinden in de verklaringen van andere medeverdachten, getuigen en overige bevindingen. Bovendien dient volgens het Openbaar Ministerie mee te wegen dat de verklaringen van [naam 1] betrouwbaar zijn.
- [naam 1] is een getuige die meerdere keren (wel zo’n 20 keer) is gehoord, en derhalve niet iemand die slechts eenmalig een voor een verdachte belastende verklaring heeft afgelegd. Daarbij laat de rechtbank tevens meewegen dat [naam 1] zichzelf niet spaart en zijn eigen rol uitvoerig uit de doeken doet;
- De verklaringen van [naam 1] zijn verbatim uitgewerkt, hetgeen deels een controle van zijn verklaringen mogelijk maakt;
- De door [naam 1] beschreven rolverdeling van de verschillende verdachten in het onderzoek Heemskerck komt niet uit de lucht vallen, maar komt consequent terug in diens verklaringen en verklaringen van overige verdachten of betrokkenen.
Alles afwegende komt de rechtbank tot het oordeel dat geen sprake is van een schending van het ondervragingsrecht als bedoeld in artikel 6, lid 3, onderdeel d van het EVRM, dan wel een daaruit voortvloeiend recht op een eerlijk proces als bedoeld in artikel 6, lid 1, van dit Verdrag.
Gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband
Algemeen met betrekking tot witwassen
Het oordeel van de rechtbank met betrekking tot de witwasfeiten
of omstreeks19 april 2012 te Tilburg,
althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, in zijn hand
/of (daarbij
)deze dreigend de woorden toegevoegd -zakelijk weergegeven-
/ofdat die
/ofdat hij het de jongens al verteld had
/ofdat hij het anders zelf zou doen.
althans woorden van gelijke dreigende
of omstreeksde periode van
(een)ander
(en
) althans alleen,
)opzettelijk
ongeveer430,
althans (telkens) een (grote) hoeveelheid
en/of delen daarvan bevattende hennep, in elk geval (telkens)
en/of bewerkt en/of verwerkt en/of heeft verkocht en/of
of omstreeksde periode van
/ofSprang-Capelle
/ofOisterwijk,
althans in Nederland,
/hebbenhij, verdachte
en/of zijn mededader(s) (van) een of meer
(en
), te weten:
/pand en/of aanhorigheden, althans onroerende(e) goed(eren)
/ofroerend
(e
)goed
(eren
)
/dat pand (3.4.3.)en
/of
/pand en/of aanhorigheden, althans onroerende(e) goed(eren)
/ofroerend
(e
)
(eren
)behorende bij die woning
/dat pand (3.4.4.)en
/of
/pand en/of aanhorigheden, althans onroerende(e) goed(eren)
/ofroerend
(e
)goed
(eren
)
/dat pand (3.4.5.)en
/of
of meergeldbedrag
(en) (contante betalingen vakantiereizen
)tot een
(bedrag
)van 5.415,15 euro
(3.5.1.)en
/of
(3.5.2.)en
/of
(3.5.3.)en
/of
(3.5.4.)en
/of
(3.5.4.)en
/of
(3.5.4.)en
/of
(3.5.5.)en
/ of
(3.5.5.)en
/of
(begraven in de tuin van zijn woning
) (3.6.2.)en
/of
(verborgen in de schuur behorende bij
) (3.6.2.)en
/of
(verborgen in een woning gelegen aan de
) (3.6.2.)en
/of
(Piaggio, type C38, kenteken [kenteken 9]
) (3.6.3.)en
/of
de vindplaats, de vervreemding en/of de
(n)was
/waren van bovengenoemd(e) voorwerpen en/of heeft/hebben
en/of zijn mededader(s)wist
(en) althans redelijkerwijs had(den)
/hetbovengenoemde voorwerp
(en
)- onmiddellijk of
was/waren uit enig misdrijf
althans van (een)
en/of zijn mededader(s)wist
(en)
(eren
)/voorwerp
(en
)- onmiddellijk of middellijk -
/wasuit enig misdrijf;
of omstreeksde periode van 1 januari 2003 tot en met 30 juni 2006 te
/of[naam 11]
/of[naam 3] en
/of[naam 1] en
/of een of meerandere
al dan nietin de uitoefening van een beroep of bedrijf telen en/of
en/of
en/of vervaardigenen/of aanwezig hebben van
en/of
/ofleider
en/of bestuurdervan
of omstreeksde periode van 1 juli 2006 tot en met 21 augustus 2012 te
en/of
/of[naam 4]
/of[naam 11] en
/of[naam 3] en
/of[naam 1] en
/of een of
(een)
al dan nietin de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk
en/of bereidenen/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of
en/of verstrekkenen/of vervoeren
en/of vervaardigenen/of aanwezig
/ofleider
en/of bestuurdervan
of omstreeksde periode van
(een)ander
(en
),
althans alleen,
ongeveer1150,
althans (telkens) een (grote)
en/of delen daarvan bevattende hennep, in elk geval
en/of bewerkt en/of verwerkt en/of heeft verkocht en/of
of omstreeksde periode van 1 juli 2011 tot en met 22 september 2011 te
(in een
(bedrijfs
)pand aan de [adres 7]
(een)ander
(en
),
althans alleen,
althans een (grote) hoeveelheidhennepplanten
/of verwerkt en/ofvervoerd
in elk geval opzettelijk aanwezig
/of
of omstreeks22 september 2011 te Tilburg
(in de kelder van een
)
een ander ofanderen,
althans alleen,
in elk geval een
en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd,
n elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad;
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
6 jaar met aftrek van voorarrest noodzakelijk is. De rechtbank ziet geen ruimte voor een andere of lichtere sanctie. De door de verdediging aangevoerde persoonlijke omstandigheden van verdachte, gelegen in diens psychische gezondheidsproblematiek, maken dit voor de rechtbank niet anders.
7.De benadeelde partij
8.Het beslag
9.De wettelijke voorschriften
10.De beslissing
spreekt verdachte vrijvan het onder 8 primair, subsidiair en tweede subsidiair tenlastegelegde feit;
€ 10.000,=, (verborgen in de schuur behorende bij woning gelegen aan de [adres 1] te Tilburg) geen strafbaar feit is en
ontslaat verdachte op dat onderdeel van alle rechtsvervolging;
een gevangenisstraf van 6 jaar;
- gelast de teruggave aan de rechthebbende van een deel van het onder nummer 808556 genoemde bedrag, groot € 64.200,-;
[naam 1] van € 1.000,=ter zake van immateriële schade;
[naam 1] (feit 1), € 1.000,=te betalen, bij niet betaling te vervangen door
20 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;