Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar tegen de in 2.2 vermelde belastingaanslagen en vergrijpboete;
- vermindert de navorderingsaanslag IB/PVV 2014 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 28.000 en vermindert de vergrijpboete tot 42,75% van het bedrag van de navorderingsaanslag;
- vermindert de aanslag Zvw 2014 tot een berekend naar een bijdrage-inkomen van € 28.000;
- verklaart de bezwaren tegen de voorlopige aanslagen IB/PVV 2015 en 2016 en de voorlopige aanslagen Zvw 2015 en 2016 niet-ontvankelijk;
- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 1.149.
2.Gronden
- Uitgaande van 165 deelnemers (zie 2.1), waarvan er (naar schatting) 130 beschikten over een deelnemerskaart à € 50 en 35 over twee deelnemerskaarten à € 50, is de maximale omzet per bingoavond € 10.000.
- De kosten per avond worden geschat op € 3.000, bestaande uit kosten voor hand- en spandiensten van medewerkers, een optredende artiest en zaalhuur van in totaal € 1.000 en prijzengeld van € 2.000.
- De netto-opbrengst per avond bedraagt dan € 7.000 (€ 10.000 - € 3.000).
- In 2014 zijn acht bingoavonden georganiseerd. De totale netto-opbrengst in 2014 bedraagt dan € 56.000.
- Uitgaande van een gelijke verdeling van de opbrengst tussen belanghebbende en [Persoon A] dient de helft van de opbrengst, dus € 28.000, bij belanghebbende te worden belast als inkomen uit werk en woning, dan wel als bijdrage-inkomen voor het jaar 2014.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;