3.6.CZ voert als argumenten voor een cessieverbod aan:
- er is een exponentiele en niet logisch te verklaren stijging van de kosten van niet-gecontracteerde zorg die een gevaar is voor handhaving van het stelsel van zorgverzekering
- CZ heeft een taak en een verantwoordelijkheid zorg te dragen voor een rechtmatige en doelmatige uitvoering van de zorgverzekering
- de naturaverzekerde die met een beroep op artikel 13 Zvw kiest voor een niet-gecontracteerde aanbieder, is de schakel waarover de controle loopt tussen zorgaanbieder en CZ; die schakel is noodzakelijk voor de controle op de rekeningen die worden ingediend
- de naturaverzekerde die een beroep doet op artikel 13 Zvw komt daardoor op een lijn te staan met een verzekerde die een restitutieverzekering heeft. Ook voor die verzekerden, die altijd al zelf hun rekeningen betalen, geldt een cessieverbod want ook van hen vraagt CZ een bijdrage aan de controle op de zorg die verleend is.
CZ heeft erop gewezen dat zij met ingang van 1 januari 2019 de voorwaarde stelt dat kosten van verslavingszorg waarbij sprake is van verblijf - dus niet van ambulante behandelingen - alleen nog voor vergoeding in aanmerking komen indien voorafgaand aan de behandeling akkoord is verkregen van CZ op basis van een rechtmatigheids- en doelmatigheidsbeoordeling door CZ. Als dat het geval is biedt CZ de zorgaanbieder een betaalovereenkomst aan.
CZ betoogt dat als het om een belangenafweging gaat het volgende geldt, vooropgesteld haar taak en verantwoordelijkheid toe te zien op rechtmatige en doelmatige uitvoering van de zorgverzekering:
“- de vergoeding waarop de verzekerde aanspraak heeft, komt precies terecht op de juiste plek: in geval van een akkoord waarbij recht- en doelmatigheid voorshands zijn vastgesteld, bij de zorgaanbieder en in alle andere gevallen bij degene die wettelijk op de vergoeding aanspraak heeft;
- de patiënten van Vincere c.s. zijn niet zo uitzonderlijk dat een andere behandeling noodzakelijk is: er is geen bewijs voor de stelling dat betaling van een rekening zo complex is dat deze niet uitgevoerd kan worden, CZ ziet geen verschil tussen kwetsbare mensen die GGZ behoeven, kwetsbare mensen die wijkverpleegkundige zorg nodig hebben, kwetsbare mensen die behoefte hebben aan dure geneesmiddelen. Daar komt bij dat de wetgever uitdrukkelijk een systematiek gekozen heeft waarbij de betaling in geval van een vrije
artsenkeuze buiten de kring van gecontracteerde aanbieders, toekomt aan de verzekerde. CZ heeft goede en deugdelijke gronden de overdraagbaarheid van die vordering uit te sluiten, zeker ook omdat zij met de belangen van Vincere c.s. rekening heeft gehouden door in haar beleid een betaalovereenkomst aan te bieden als vooraf akkoord wordt gegeven voor de klinische behandeling;
- de stelling dat CZ geen rechtens te respecteren belang heeft bij een cessieverbod is feitelijk en rechtens onjuist mede gelet op de uiteenzetting die gegeven is in de brief van 14 december jl. en hetgeen eerder bij gelegenheid van deze behandeling naar voren is gebracht;
- het verbod is niet onredelijk bezwarend in het licht van het door CZ vastgestelde beleid een betalingsovereenkomst aan te bieden;
- het verbod beperkt de keuzevrijheid niet, en ten slotte
- er is geen sprake van misbruik van bevoegdheid omdat CZ een volstrekt legitiem doel ten grondslag legt aan de overeenkomsten die zij met haar verzekerden sluit.”