ECLI:NL:RBZWB:2020:1809
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van studiefinanciering na annulering inschrijving
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 april 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, vertegenwoordigd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Eiseres had aanvragen ingediend voor studiefinanciering, waaronder een aanvullende beurs en een studentenreisproduct, die door DUO op 7 december 2018 werden afgewezen. DUO stelde dat eiseres geen recht had op studiefinanciering omdat zij niet ingeschreven stond voor een opleiding. Eiseres had echter een bindend negatief studieadvies ontvangen en haar inschrijving was op 26 november 2018 geannuleerd, wat leidde tot een schuld van €582,- voor de maanden waarin zij ten onrechte gebruik maakte van een studentenreisproduct.
De rechtbank oordeelde dat DUO terecht de studiefinanciering had herzien en afwijzing had toegepast, maar dat de wettelijke grondslag voor de herziening onjuist was. De rechtbank concludeerde dat eiseres in de periode van 1 september 2018 tot 1 december 2018 studiefinanciering had ontvangen waar zij achteraf gezien geen recht op had. DUO was verplicht het teveel betaalde bedrag terug te vorderen. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond, zonder proceskostenveroordeling, en benadrukte dat het niet aan DUO was om de juistheid van de inschrijving te onderzoeken, aangezien dit een zaak is tussen de student en de onderwijsinstelling.