Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 april 2020 in de zaak tussen
[naam eiseres] , te [plaatsnaam] , eiseres
Procesverloop
Overwegingen
.
(EVRM). Eiseres wijst op de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) van 1 mei 2019 (ECLI:NL:CRVB:2019:1682). Het aangetroffen cashgeld betrof voor een deel (€ 900,-) vooruitbetaalde huur en borg door de huurder, [naam huurder] , en voor een deel eigen geld. Eiseres heeft in bezwaar met stukken onderbouwd dat de SVB in een soortgelijke zaak oordeelde dat er geen terugvordering diende te geschieden. Dat zou hier ook aan de orde moeten zijn.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit en herroept de primaire besluiten;
- draagt het UWV op het betaalde griffierecht van € 47,00 aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt het UWV in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.050,--
De griffier is niet in de gelegenheid om de uitspraak te ondertekenen.