ECLI:NL:RBZWB:2020:3598

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
3 augustus 2020
Publicatiedatum
4 augustus 2020
Zaaknummer
C/02/375147 HA RK 20-164
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • M. van Kralingen
  • A. de Graaf
  • J. Hopmans
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van wrakingsverzoek tegen rolrechter in civiele procedure

Op 3 augustus 2020 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda een beschikking gegeven inzake een wrakingsverzoek van een verzoeker tegen de rechtbank zelf. Het verzoek tot wraking was ingediend op 28 juli 2020 en betrof een rol-/kantonrechter die betrokken was bij de hoofdzaak met zaaknummer K/4902/8576407 CV EXPL 20-2050. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het wrakingsverzoek niet ontvankelijk is, omdat het niet voldoet aan de vereisten van het wrakingsprotocol. Er is geen specifieke rechter genoemd die gewraakt wordt, noch zijn er gronden opgegeven voor de wraking. Dit is in strijd met de regels die stellen dat een wrakingsverzoek gemotiveerd moet zijn ten aanzien van iedere betrokken rechter. De wrakingskamer heeft verder overwogen dat een wrakingsgrond moet voortkomen uit feiten of omstandigheden die de persoon van de rechter betreffen. Aangezien het verzoek niet aan deze voorwaarden voldoet, is het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft bovendien bepaald dat een volgend wrakingsverzoek van de verzoeker tegen een niet nader genoemde rol-/kantonrechter niet meer in behandeling zal worden genomen. De beschikking is openbaar uitgesproken door de leden van de wrakingskamer, mr. Van Kralingen, mr. De Graaf en mr. Hopmans.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Wrakingskamer
Locatie: Breda
procedurenummer: C/02/375147 HA RK 20-164
Beschikking van 3 augustus 2020
inzake
het wrakingsverzoek ex artikel 36 Rv van:
[Verzoeker],
wonende te [woonplaats] ,
tegen
de
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT,Cluster I dagvaardingen, locatie Breda,
verweerster.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het emailbericht van 28 juli 2020 van verzoeker, houdende een verzoek tot wraking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant.

2.Het wrakingsverzoek

2.1.
Het verzoek strekt tot wraking van een rol-/kantonrechter die optreedt in de zaak met zaak-/rolnummer K/4902/8576407 CV EXPL 20-2050 (hierna: de hoofdzaak) op de gronden die verzoeker uiteen heeft gezet in zijn wrakingsverzoek.
De ontvankelijkheid van het verzoek
3.1.
De wrakingskamer stelt vast dat conform het wrakingsprotocol een wraking uitsluitend mogelijk is van de rechter(s) door wie een zaak wordt behandeld. Verder dient het wrakingsverzoek gemotiveerd te zijn ten aanzien van iedere rechter op wie het betrekking heeft. Het wrakingsverzoek voldoet niet aan deze vereisten, nu niet is vermeld welke rechters(s) wordt/worden gewraakt en evenmin op welke gronden die betreffende rechter(s) wordt/worden gewraakt.
3.2
De wrakingskamer overweegt dat het verzoek er derhalve aan voorbij gaat dat een wrakingsgrond gelegen moet zijn in de feiten of omstandigheden die de persoon van de rechter betreffen. Wraking zonder vermelding om welke (rol-/kanton)rechter(s) van de rechtbank het gaat, noch op welke gronden die betreffende rechter(s) wordt/worden gewraakt, is niet mogelijk (vgl. Hoge Raad 8 augustus 2003, ECLI:NL:HR:2003:AI0806). Het verzoek is dan ook kennelijk niet-ontvankelijk, zodat een zitting niet nodig is.
3.3
De wrakingskamer ziet verder aanleiding om te bepalen dat een volgend wrakingsverzoek van verzoeker in deze zaak tegen een niet nader genoemde (rol-/kanton)rechter niet meer in behandeling zal worden genomen.

4.De Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het verzoek niet-ontvankelijk;
  • bepaalt dat de behandeling van de zaak met zaak-/rolnummer K/4902/8576407 CV EXPL 20-2050, Cluster I dagvaardingen, locatie Breda, zal worden voortgezet in de stand waarin deze zaak zich bevond ten tijde van de schorsing wegens de indiening van het wrakingsverzoek
Deze beschikking is gegeven door mr. Van Kralingen, mr. De Graaf en, mr. Hopmans, leden van de wrakingskamer, en in het openbaar uitgesproken op 3 augustus 2020.