Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
5.Proceskosten
6.Beslissing
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 24 augustus 2020 uitspraak gedaan over de teruggaaf van dividendbelasting aan een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde vennootschap, die als verzekeringsmaatschappij is geregistreerd. De belanghebbende, die vrijwel uitsluitend belegt voor institutionele pensioenverzekeraars, heeft verzocht om teruggaaf van dividendbelasting die door Nederlandse vennootschappen is ingehouden op de dividenden die aan haar zijn uitgekeerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij vergelijkbaar is met een Nederlands pensioenlichaam, dat vrijgesteld is van vennootschapsbelasting. De rechtbank oordeelt dat de activiteiten van de belanghebbende geen pensioenverzekering betreffen, maar dat zij enkel pensioengeld voor pensioenverzekeraars belegt. Hierdoor is de belanghebbende, indien zij in Nederland gevestigd zou zijn, aan de heffing van vennootschapsbelasting onderworpen geweest en heeft zij geen recht op teruggaaf van dividendbelasting. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond en wijst de verzoeken om teruggaaf af.