Het proces-verbaal van verhoor van [Medeverdachte] door verbalisanten [Naam 19] en [Naam 20] , d.d. 23 juni 2015, pagina 436, 437, 440 (G4 002) van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Nu u mij er nogmaals om vraagt of ik die Kanalis ken kan ik u vertellen dat ik die persoon helemaal niet ken of ooit gezien of gehoord hebt.
Het proces-verbaal van verhoor van [Medeverdachte] door verbalisanten [Naam 19] en [Naam 26] , d.d. 1 juli 2015, pagina 344, 347 t/m 349 (V3 001) van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Dat was ongeveer in 2009 dat ik in contact gekomen met [Verdachte] Hij vroeg mij om voor hem te komen werken. Ik moest dan elke dag op en neer naar Engeland vliegen. Na de eerste werkzaamheden ben ik na zeven maanden naar Calais verhuisd in opdracht van [Verdachte] Ik heb daar geleerd om vrachtdocumenten op te stellen voor de leveringen van bier. De biertransporten hebben geduurd van ongeveer juli 2009 tot en met nu.
Ik kreeg voor mijn werk van [Verdachte] mijn salaris in contant betaald, allemaal in het zwart. Ongeveer 2 maanden geleden, dit jaar 2015, ben ik gestopt met werken voor [Verdachte]
(Mededeling verbalisanten: Wij hebben eerder aan u medegedeeld dat er vanaf september tot en met december 2011 een hoeveelheid groot 21 vrachten alcoholische dranken (voornamelijk zogenaamde sterk alcoholische dranken) van diverse soorten en merken is aangemeld bij de Nederlandse Douane als zijnde ontvangen door [Naam 2] . Vraag verbalisanten: Wat kunt u ons over die vrachten met alcoholhoudende dranken verklaren?) [Naam 1] bracht dus bij [Naam 2] Glans wodka in rode dozen en whisky van het merk “High Commisioner”. Die ladingen kwamen fysiek in Waalwijk aan en ik loste die dan. [Naam 12] , de zoon van [Verdachte] heeft me geleerd hoe ik moest accepteren in het Douanesysteem. De ladingen werden dan door de daadwerkelijke eigenaren vanaf [Naam 2] weer kort nadien opgehaald. Ik laadde die ladingen dan weer in een vrachtauto. Ik werd dan gebeld door [Verdachte] . Hoe laat de auto van [Naam 1] aankwam. Ik loste die dan. [Verdachte] liet mij dan horen wanneer de volgende chauffeur aankwam om de lading weer op te halen. Ik kreeg dan het telefoonnummer van de chauffeur die moest komen laden. Die dranken werden dan naar [Naam 27] gebracht.
(Verbalisanten: Wij tonen u de vervoersbescheiden van [Naam 1] met de daarbij behorende bescheiden) Deze documenten heb ik afgetekend voor ontvangst bij [Naam 2] . Wij hebben als tussenstation bij [Naam 2] geacteerd. Wij ontvingen dus de drank en hebben dat aan de Nederlandse Douane doorgegeven. Afgerekend werd er dus niet door [Naam 2]
[Verdachte] had dagelijks contact met [Naam 1]
(Vraag verbalisanten: in wiens opdracht ontving u die goederen
/alcoholische dranken namens [Naam 2] ) Ik kreeg de opdracht van [Verdachte]
Het proces-verbaal van verhoor getuige [Naam 9] door verbalisanten [Naam 28] en [Naam 29] , d.d. 15 mei 2014, pagina 679 t/m 681 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Ik ben zaakvoerder van het transportbedrijf [Naam 1] sinds de jaren 1990/2000. Het bedrijf is erkend entrepothouder geworden. Door deze activiteit kunnen wij accijnsgoederen onder schorsing van rechten ontvangen en opslaan en later onder schorsing van rechten of betaalde rechten doorzenden. Over het algemeen voeren wij zelf het transport uit bij de verzending van de goederen met schorsing van rechten.
(Vraag verbalisanten: Heeft u accijnsgoederen getransporteerd van dranken in de periode van 31 augustus 2011 tot 23 april 2012 bestemd voor het bedrijf [Naam 2] ) Ik denk ongeveer 20. We kunnen deze transporten terugvinden.
(Vraag verbalisanten: kunt u er zeker van zijn dat de goederen inderdaad bij [Naam 2] zijn aangekomen?) De chauffeur krijgt aanwijzingen om zich ervan te verzekeren dat de goederen inderdaad op de bestemming aankomen. Tijdens het uitladen moeten zij erbij blijven. Dit zijn algemene aanwijzingen, van dit bedrijf [Naam 2] hebben we nooit iets negatiefs terug gehoord, geen enkel incident.
(Vraag verbalisanten: zijn deze producten daadwerkelijk geleverd bij en ontvangen door [Naam 2] ? ) Ja, dat is zeker, ik kan u dit laten zien met de CMR's.
Het proces-verbaal van verhoor van [Verdachte] door verbalisanten [Naam 20] en [Naam 30] , d.d. 2 februari 2016, pagina 406 (V4 004) van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Wij konden geen accijnsgoederen inslaan zonder dat de accijns vooraf was betaald. Ik weet dat er een aangifte moet komen na een melding in EMCS. Ik weet dat er na de afmelding aangifte gedaan moet worden. Wij mochten in Waalwijk alleen goederen hebben waarop de accijns was voldaan, wij hadden geen AGP.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [Naam 3] door verbalisanten [Naam 20] en [Naam 19] , d.d. 23 december 2015, pagina 423 en 424 (G3 002) van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Ik heb wel eens met een bedrijf samengewerkt om opdrachten bier te rijden naar een plaats in Duitsland. De opdracht om dit allemaal te doen werd gegeven door [Verdachte] was de baas en [Verdachte] zorgde ook voor het geld. Dat geld was altijd in contant.
[Medeverdachte] verleende hand en spandiensten aan [Verdachte] Als ik de relatie tussen [Verdachte] en [Medeverdachte] moet beschrijven dan kan ik zeggen een baas en werknemer relatie. [Medeverdachte] en ik hebben samen niet beseft in wat voor situatie we terecht gekomen waren.
U vraagt mij naar [Naam 1] . Ik heb die naam wel voorbij zien komen.
[Medeverdachte] is door [Verdachte] totaal misbruikt.
Zelf kreeg ik buiten mijn salaris ook met enige regelmaat contant geld van [Verdachte] toegestopt. Dat was wel duizend euro per maand.
[Naam 2] zat in de accijnsfraude en toen ik zag dat dat helemaal verkeerd ging ben ik samen met [Naam 4] gestopt met werken daar. Ik wil niet opdraaien voor de misdaad van [Verdachte]
Het proces-verbaal van verhoor getuige [Naam 4] door verbalisanten [Naam 20] en [Naam 19] , d.d. 11 januari 2016, pagina 459 (G7 002) van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
U noemde mij de naam [Medeverdachte] . Dat was een man die soms bij [Verdachte] was en die voor die [Verdachte] werkte. De daadwerkelijke functie van [Verdachte] was dat hij de daadwerkelijke leiding had in de drankenhandel [Naam 2] . [Naam 3] was benoemd tot directeur en hij deed de administratieve zaken die nodig waren binnen het bedrijf. Hij hield ook de contacten met de Douane.
Als u mij vraagt wie bij [Naam 2] daadwerkelijk de lakens uitdeelde dan kan ik maar één
persoon noemen en dat is dus [Verdachte]
.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [Naam 12] (geboren in 1991) door verbalisanten [Naam 19] en [Naam 20] , d.d. 25 februari 2016, pagina 482, 483 en 486 (G12 001) van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
(Opmerking verbalisanten: volgens een verklaring van uw vader bent u van januari 2011 tot en met mei 2011 in loondienst geweest bij [Naam 2] Dat zou goed kunnen. Ik verrichtte toen in die tijd ook wel werkzaamheden die verband hielden met de facturering. Daarvoor waren het [Naam 3] en [Naam 4] maar die waren inmiddels uit het bedrijf vertrokken.
Ik ken het EMCS systeem.
Ik heb ook wel enige betalingen met het pasje verricht. Ik denk dat het inderdaad zo is dat er een bankpas met toegangscode op mijn naam is afgegeven.
(Opmerking verbalisanten: Wij tonen gehoorde een aantal dagafschriften van de [Naam 22] ten name van [Naam 2] welke betrekking hebben op transacties na 23 juni 2011, datum overdacht aandelen [Naam 2] . Uw vader heeft verklaard dat hij dit niet gedaan heeft. De enige overige die dit heeft kunnen doen bent u omdat u over de bankpas beschikte en gemachtigd was) Het zou kunnen dat ik de betalingen kort na de overdracht nog heb gedaan.
Het overzichtsproces-verbaal door verbalisanten [Naam 19] en [Naam 20] , d.d. 18 april 2016, pagina 12 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Na informatie in de Belastingdienstadministratie en bij de RDW op 15 oktober 2015 is te
zien dat:
- [Naam 5] over een [Naam 22] beschikt, [Rekeningnummer 2] .
- het tegoed op deze rekening negatief is in 2012 en 2013.
- [Naam 5] geen bekende uitkering heeft, hoe ook genaamd.
- op naam van [Naam 5] zijn geen voertuigen geregistreerd bij de Rijksdienst
voor het Wegverkeer.
Het overzichtsproces-verbaal door verbalisanten [Naam 19] en [Naam 20] , d.d. 18 april 2016, pagina 59 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
DOC-022: In deze inbeslaggenomen documenten is te zien en te lezen dat er administratieve bescheiden waren bij de onderneming [Naam 1] waarin het volgende te lezen is:
- er is een hoeveelheid, groot 21 stuks, transporten met sterk alcoholische drank van Frankrijk naar [Naam 2] in Nederland gegaan;
- hiervan zijn CMR’s, leveringsbonnen, facturen en documenten met plaatsbepalingen van vrachtauto' s van [Naam 1] aangetroffen en in beslag genomen bij [Naam 1]
- op de 21 CMR’s is voor ontvangst getekend en gestempeld door [Naam 2]
Het geschrift, zijnde een lijst “Detail des sorties” van [Naam 1] , pagina 1066 en 1067 (DOC 022) van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Afbeelding lijst
Afbeelding lijst.
Het overzichtsproces-verbaal door verbalisanten [Naam 19] en [Naam 20] , d.d. 18 april 2016, pagina 58 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
DOC 11/11A: De Franse Douane heeft aangegeven dat door de Franse transportonderneming “ [Naam 1] , een aantal transporten met sterk alcoholische drank zijn overgebracht naar [Naam 2] . Hiervan zijn printlijsten bijgevoegd vanuit het Douanesysteem EMCS waarin dit te lezen is.
Het geschrift, zijnde document 11A “receptions [Naam 2] , pagina 535 en 536 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk
weergegeven-:
Het proces-verbaal aanvulling door verbalisant [Naam 31] d.d. 9 november 2015, pagina 1759 (DOC 026) van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Op 9 november 2015 werd mij vanwege de Fiod Roosendaal een map ter hand gesteld onder meer inhoudende 21 e-AD’s (voorheen AGD' s) welke als basis diende voor het vaststellen van de verschuldigde heffingen (accijns). Het betrof hier zendingen “overige alcoholhoudende producten” welke door de firma [Naam 2] [Vestigingsadres naam 2] onder schorsing waren ontvangen onder de haar verstrekte vergunning “Geregistreerd Geadresseerde”. Het betreft de navolgende 21 EAD’s:
Het verschuldigde bedrag aan accijnzen werd nooit afgedragen (betaald).
De geschriften, zijnde EMCS-documenten en CMR’s, pagina 1129 t/m 1204 (DOC 22) van voornoemd eindproces-verbaal, bijgevoegd als bijlage II.A, onder meer inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Telkens als expediteur en transporteur: [Naam 1]
als destinataire: [Naam 2]
Het overzichtsproces-verbaal door verbalisanten [Naam 19] en [Naam 20] , d.d. 18 april 2016, pagina 72 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Bij de documenten DOC 022 zijn ook de GPS-kaarten gevoegd van de bedoelde transporten die los van inmenging van de chauffeur elektronisch via GPS worden bijgehouden. Daarop is door ons, verbalisanten, gezien dat de vrachtwagens inderdaad aangekomen zijn op of zeer nabij het adres van [Naam 2]
De geschriften, zijnde GPS-kaarten, pagina 1237, 1239, 1241, 1243, 1245, 1247, 1249, 1251, 1253, 1255, 1257, 1259, 1261, 1263, 1265, 1267, 1269, 1271, 1273, 1275, 1277 (DOC 22) van voornoemd eindproces-verbaal, bijgevoegd als bijlage II.B.