De rechtbank gaat bij de beoordeling van het beroep uit van de volgende tussen partijen vaststaande feiten:
– Bij beschikking van 16 mei 2017 zijn [namen belanghebbenden] failliet verklaard, met benoeming van mr. Oonk-Pallandt tot curator.
– De curator was in juni 2019 voornemens de faillissementen op te heffen bij gebrek aan baten. Daar is door een aantal belanghebbenden bezwaar tegen gemaakt. Vanwege een discussie over de waarde van de aandelen die in het vermogen van [namen belanghebbenden] vallen, heeft de curator de faillissement nog niet opgeheven. [namen belanghebbenden] houden onder meer aandelen in de Belgische vennootschap Vandomij N.V.
– Bij e-mail van 13 september 2019 heeft de curator verzocht om een kopie van de bankafschriften over 2019, zodat er een nieuwe berekening van het vrij te laten bedrag kan worden gemaakt. Reden hiervoor was dat uit onderzoek bij de belastingdienst naar voren was gekomen dat Hoeben, die in juni 2019 de pensioengerechtigde leeftijd had bereikt, een AOW-uitkering zou moeten ontvangen. Hoeben had de curator daarover niet geïnformeerd. Evenmin heeft zij de curator geïnformeerd over het door haar op 25 juni 2019 ontvangen bedrag van
€ 6.273,00. [namen belanghebbenden] hebben de curator daarop informatie verstrekt over de hoogte van de ontvangen AOW- en pensioenuitkering.
– De AOW- en pensioengelden worden gestort op een rekening bij de ASN-Bank in Nederland. [ naam belanghebbende 1] heeft de curator laten weten dat de betalingen op die rekening worden overgeboekt naar de bankrekening van Vandomij N.V. in België en dat deze rekening door hen wordt gebruikt voor hun levensonderhoud. Daarop heeft de curator verzocht om een kopie van de bankafschriften van de bankrekening van Vandomij N.V. Aan dat verzoek is niet voldaan.
– Na datum faillissement zijn door de besloten vennootschap ComplianceWise B.V. in 2017 en 2018 aan Vandomij N.V. betalingen verricht van in totaal € 70.255,00. [namen belanghebbenden] , beiden bestuurders van Vandomij N.V., hebben de curator daarover niet geïnformeerd.
– De curator heeft [namen belanghebbenden] meerder malen verzocht om informatie over hun inkomsten en over Vandomij N.V. Vanwege het feit dat aan dat verzoek niet werd voldaan, heeft de curator de AOW- en pensioenuitkering naar de boedelrekening laten overboeken.
– Op 19 maart 2020 hebben [namen belanghebbenden] een verzoek ex artikel 69 Fw bij de rechter-commissaris ingediend, waarin zij de rechter-commissaris verzoeken de curator op te dragen hun AOW-uitkering en pensioenuitkering vrij te geven en deze op hun bankrekening te laten storten.
– Bij beschikking van 15 juni 2020 heeft de rechter-commissaris het verzoek van [namen belanghebbenden] om de AOW-uitkering en pensioenuitkering volledig aan hen vrij te geven afgewezen, op grond van de overweging dat de curator genoegzaam aannemelijk heeft gemaakt dat zij onvoldoende inzicht heeft gekregen in de inkomsten en uitgaven van [namen belanghebbenden] , zodat het voor haar onmogelijk is een berekening van het vrij te laten bedrag op te stellen en dit door de rechter-commissaris te laten vaststellen. Voorts heeft de rechter-commissaris overwogen dat dit niet wegneemt dat een schuldenaar, ook in faillissement, aanspraak kan maken op inkomen ter hoogte van de beslagvrije voet, en de curator opgedragen om van de rechtstreeks door haar ontvangen AOW-uitkering en pensioenuitkering het bedrag tot de beslagvrije voet aan [namen belanghebbenden] door te betalen. De rechter-commissaris heeft daartoe overwogen dat “
Hoewel er aanwijzingen zijn dat [namen belanghebbenden] naast hun AOW- en pensioenuitkering inkomsten hebben (gehad), onvoldoende vast [staat] dat zij de beslagvrije voet op dit moment (nog) uit andere inkomsten genereren.”
– De curator heeft de Belgische jaarstukken van Vandomij N.V. ontvangen, waaruit blijkt dat de vennootschap in 2017 een vordering had op debiteuren van
€ 34.059,00. Eind 2018 was dit nog maar een vordering van € 8.990,00. De curator leidt daaruit af dat er vorderingen zijn geïncasseerd. Ook is er sprake van een mutatie in liquide middelen, hetgeen volgens de curator duidt op contante opnames.
– Op 29 juni 2020 heeft de curator van ING Bank België de bankafschriften ontvangen van de bankrekening van Vandomij N.V. Uit deze afschriften is de curator gebleken dat er tijdens de faillissementen van [namen belanghebbenden] een bedrag van in totaal € 156.418,58 is ontvangen op deze bankrekening en dat er diverse contante bedragen van deze rekening zijn opgenomen. Tevens is haar gebleken dat Hoeben een bankrekening aanhoudt bij de KBC Bank. Van deze bankrekening zijn diverse bedragen overgeboekt naar de bankrekening van Vandomij N.V. Daarnaast zijn er ook betalingen gedaan van de bankrekening van Vandomij N.V. naar de bankrekening van Hoeben. Ook [ naam belanghebbende 1] blijkt een bankrekening te hebben bij de KBC Bank. Uit de door deze bank aan de curator verschafte bankafschriften blijkt dat [ naam belanghebbende 1] stelselmatig contanten stort op zijn bankrekening. [namen belanghebbenden] hebben de curator niet over deze bankrekeningen geïnformeerd.