ECLI:NL:RBZWB:2020:5552
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- T. Peters
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid voorzieningenrechter inzake toelating tot MBO-opleiding door regionaal opleidingencentrum
Op 11 november 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker bezwaar maakte tegen het besluit van Stichting Scalda om hem niet toe te laten tot de MBO-opleiding "Medewerker marketing en communicatie". Verzoeker had zich op 21 september 2020 aangemeld voor deze opleiding, maar ontving op 29 september 2020 te horen dat hij niet werd toegelaten omdat er geen plaats meer beschikbaar zou zijn. Verzoeker betwistte deze conclusie en verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, zodat hij alsnog tot de opleiding zou worden toegelaten.
Tijdens de zitting op 3 november 2020 heeft verzoeker zijn standpunt toegelicht, waarbij hij zijn geschiktheid voor de opleiding benadrukte en stelde dat Scalda ten onrechte had geconcludeerd dat hij niet geschikt was. Scalda, vertegenwoordigd door een gemachtigde, voerde aan dat de beslissing om verzoeker niet toe te laten geen besluit was waartegen bezwaar of beroep kon worden ingesteld, omdat Scalda niet als bestuursorgaan in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan worden aangemerkt.
De voorzieningenrechter overwoog dat Scalda een regionaal opleidingencentrum is en dat de beslissing om verzoeker niet toe te laten niet kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van de Awb. Hierdoor was de rechtbank onbevoegd om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter verklaarde zich dan ook onbevoegd en wees het verzoek om een voorlopige voorziening af. Deze uitspraak werd openbaar gemaakt op 11 november 2020.