Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.[gedaagde 1] ,
1.Het verdere verloop van het geding
2.Het geschil
3.De beoordeling
- Alwel is een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet en is als zodanig verplicht te zorgen voor een rechtvaardige verdeling van sociale huurwoningen.
- Voor het aanbieden en toewijzen van haar sociale huurwoningen bedient Alwel zich van het woonruimtebemiddelingssysteem ‘Klik voor Wonen’, dat een samenwerkingsverband betreft tussen verschillende woningcorporaties in de regio.
- Voor het kunnen reageren op aangeboden sociale huurwoningen is een inschrijving bij ‘Klik voor Wonen’ nodig.
- [gedaagde 1] c.s. heeft zich op 5 februari 2012 bij Klik voor Wonen ingeschreven.
- [gedaagde 1] c.s. heeft via Klik voor Wonen zijn interesse kenbaar gemaakt voor de huurwoning van Alwel aan de [straat + huisnummer] te [plaats] .
- Alwel heeft de woning aan [gedaagde 1] c.s. toegewezen.
- Met ingang van 9 oktober 2017 is er een huurovereenkomst tussen partijen tot stand gekomen met betrekking tot de voornoemde woning. De huurprijs bedraagt laatstelijk € 728,15 per maand.
- In januari 2019 is na intern onderzoek gebleken dat de inschrijfdatum van een aantal woningzoekenden in Klik voor Wonen is aangepast door een (inmiddels voormalig) medewerker van één van de woningcorporaties die zijn aangesloten bij Klik voor Wonen.
- Bij brief van 8 mei 2019 heeft Alwel [gedaagde 1] c.s. geschreven dat zijn inschrijfduur in Klik voor Wonen ten onrechte is verlengd en de woning daarom onterecht aan hem is toegewezen. Alwel heeft de huurovereenkomst opgezegd tegen 8 september 2019 en heeft [gedaagde 1] c.s. in de gelegenheid gesteld om daarmee akkoord te gaan, bij gebreke waarvan Alwel in rechte ontbinding van de huurovereenkomst de huurovereenkomst en ontruiming zal vorderen.
- Bij brief van 22 mei 2019 heeft Alwel [gedaagde 1] c.s. opnieuw in de gelegenheid gesteld om in te stemmen met een beëindiging van de overeenkomst en ontruiming van het gehuurde. Alwel schrijft dat bij het uitblijven van de instemming zij de huurovereenkomst buitengerechtelijk zal vernietigen.
- Bij brief van 28 februari 2020 is [gedaagde 1] c.s. een laatste gelegenheid gegeven om de huurovereenkomst zelf op te zeggen ter voorkoming van een gerechtelijke procedure.
- [gedaagde 1] c.s. is hiertoe niet bereid gebleken.
indien de wederpartij in verband met hetgeen zij omtrent de dwaling wist of behoorde te weten, de dwalende had behoren in te lichten.”
Volgorde op basis van Inschrijfduur
4.De beslissing
- € 124,- aan salaris gemachtigde,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;