Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.[gedaagde 1] ,
1.Het verdere verloop van het geding
2.Het geschil
3.De beoordeling
- Alwel is een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet en is als zodanig verplicht te zorgen voor een rechtvaardige verdeling van sociale huurwoningen.
- Voor het aanbieden en toewijzen van haar sociale huurwoningen bedient Alwel zich van het woonruimtebemiddelingssysteem ‘Klik voor Wonen’, dat een samenwerkingsverband betreft tussen verschillende woningcorporaties in de regio.
- Voor het kunnen reageren op aangeboden sociale huurwoningen is een inschrijving bij ‘Klik voor Wonen’ nodig.
- [gedaagde 2] heeft zich op 20 april 2017 bij Klik voor Wonen ingeschreven. Zijn inschrijving is per dezelfde datum gekoppeld aan de inschrijving van [gedaagde 1] , die vanaf 2010 bij Klik voor Wonen stond ingeschreven.
- [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hebben in augustus 2018 via Klik voor Wonen hun interesse kenbaar gemaakt voor de huurwoning van Alwel aan de [straat + huisnummer] te [plaats] .
- Alwel heeft de woning aan [gedaagde 1] en [gedaagde 2] toegewezen.
- [gedaagde 2] heeft bij Alwel een inkomensverklaring ingediend als ware deze afkomstig van de Belastingdienst terwijl hij deze in werkelijkheid zelf had opgesteld.
- Met ingang van 13 september 2018 is er een huurovereenkomst tussen Alwel en [gedaagde 1] en [gedaagde 2] tot stand gekomen met betrekking tot de voornoemde woning. De huurprijs bedraagt laatstelijk € 744,04 per maand.
- [gedaagde 2] is gehuwd met [gedaagde 3] en woont in het gehuurde. Zij is hierdoor van rechtswege medehuurder.
- [gedaagde 2] en [gedaagde 3] staan sinds 29 januari 2019 ingeschreven op het adres van het gehuurde. [gedaagde 1] staat sinds 24 juni 2019 op dat adres ingeschreven.
- In januari 2019 is na intern onderzoek gebleken dat de inschrijfdatum van een aantal woningzoekenden in Klik voor Wonen is aangepast door een (inmiddels voormalig) medewerker van één van de woningcorporaties die zijn aangesloten bij Klik voor Wonen.
- Bij e-mail van de zijde van [gedaagde 2] van 18 juni 2019 is Alwel vervolgens laten weten dat [gedaagde 2] geen gevolg geeft aan de oproep om de huurovereenkomst zelf op te zeggen.
- Bij brief van 21 juni 2019 heeft Alwel (de gemachtigde van) [gedaagde 2] geschreven dat hij op basis van zijn daadwerkelijke inschrijfduur niet voor de woning in aanmerking zou zijn gekomen en Alwel het dossier van [gedaagde 2] zal overdragen aan haar advocaat en de huurovereenkomst buitengerechtelijk zal vernietigen op grond van (wederzijdse) dwaling.
- Alwel heeft gedaagden in kort geding gedagvaard en heeft in die procedure onder meer ontruiming gevorderd. De mondelinge behandeling in kort geding heeft plaatsgevonden op 19 augustus 2019. Bij vonnis van deze rechtbank van 30 augustus 2019 zijn de vorderingen van Alwel afgewezen. Die zaak is bekend onder zaaknummer 7909766 VV EXPL 19-66.
- Bij brieven van 28 februari 2020 zijn gedaagden in de gelegenheid gesteld om een (nieuwe) gerechtelijke procedure te voorkomen door de huurovereenkomst zelf op te zeggen.
- Gedaagden zijn hiertoe niet bereid gebleken.
indien de wederpartij in verband met hetgeen zij omtrent de dwaling wist of behoorde te weten, de dwalende had behoren in te lichten.”
Volgorde op basis van Inschrijfduur
4.De beslissing
- € 124,- aan salaris gemachtigde,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;