Op 26 januari 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit op bezwaar van 17 maart 2020, waarin het college weigerde een eerder besluit te herzien over de intrekking van zijn bijstandsuitkering. Eiser was van mening dat er nieuwe feiten en omstandigheden waren die herziening rechtvaardigden, waaronder een misverstand met zijn bewindvoerder en verslechtering van zijn gezondheid. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, omdat het college zich terecht op het standpunt stelde dat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden waren die herziening rechtvaardigden. De rechtbank oordeelde dat de argumenten van eiser niet objectief en controleerbaar waren onderbouwd en dat de afwijzing van het herzieningsverzoek niet evident onredelijk was. De rechtbank concludeerde dat het college bevoegd was om het verzoek om terug te komen op het moederbesluit af te wijzen en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.