Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 juni 2021 in de zaak tussen
[naam eiseres] , te [plaatsnaam] , eiseres,
Procesverloop
Overwegingen
Feiten
21 november 2019, onder medebrenging van alle rekeningafschriften vanaf 10 oktober 2019 en een bewijs over haar opleiding bij [naam opleidingsinstituut] . Eiseres is, zonder bericht van verhindering, niet verschenen op het gesprek van 21 november 2019, waarna het college bij brief van 21 november 2019 per diezelfde datum het recht op bijstand van eiseres heeft opgeschort. Eiseres is opnieuw uitgenodigd voor een gesprek op 28 november 2019.
Geschil
Beroepsgronden
.Verder stelt eiseres dat zij voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij in bijstandsbehoevende omstandigheden verkeerde, waardoor haar recht op bijstand niet mocht worden ingetrokken. Tevens had eiseres in 2019 hulp voor haar depressie na huiselijk geweld en was haar concentratie en haar geheugen slecht waardoor zij wisselend heeft verklaard.
Wettelijk kader
Beoordeling
€ 435,-, een factuur van [naam opleidingsinstituut] met nummer [factuurnummer 2] en datum 19 april 2019 van € 1.350,- en een factuur van Derma Codes met nummer [factuurnummer 3] en datum 13 mei 2019 van € 181,44. Eiseres stelt dat de laatste factuur contant is betaald, waardoor deze niet te herleiden is tot de overgelegde bankafschriften van de ABN Amro-rekening van haar zus.
Beslissing
mr. A.M. Pasmans, griffier, op 16 juni 2021 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.