2.3.Het UWV heeft in verband met de inwerkingtreding van de Wajong per 1 januari 2015 de methode Sociaal Medische Beoordeling Arbeidsvermogen (SMBA) ontwikkeld. Voor het toepassen van de SMBA-systematiek heeft het UWV het ‘Compendium Participatiewet’ (Compendium) vastgesteld. Het Compendium dient te worden aangemerkt als een vaste gedragslijn.
3.
Het geschil
Tussen partijen is niet in geschil dat eiseres op de datum in geding ( [geboortedatum eiseres] 2019) geen arbeidsvermogen heeft. In geschil is of het ontbreken van arbeidsvermogen duurzaam is.
4.
Medische en arbeidsdeskundige beoordeling door het UWV
Aan het in het bestreden besluit neergelegde standpunt heeft het UWV een rapportage van arts [naam arts] (gecontrasigneerd door de verzekeringsarts), een rapportage van verzekeringsarts bezwaar en beroep (b&b) [naam verzekeringsarts] , een rapportage van arbeidsdeskundige [naam arbeidsdeskundige] en een rapportage van arbeidsdeskundige bezwaar en beroep (b&b) [naam arbeidsdeskundige 2] ten grondslag gelegd.
De arts heeft op 3 februari 2019 gerapporteerd dat eiseres een PTSS in remissie heeft, een licht verstandelijke beperking en een taalstoornis. De arts vindt het plausibel, gelet op het totaal aan medische gegevens (eigen onderzoek en aanwezige informatie), dat er op de 18e verjaardag sprake is van een beperking van de belastbaarheid als rechtstreeks en medisch objectief vast te stellen gevolg van ziekte of gebrek. De arts acht eiseres in staat om een uur aaneengesloten te werken en acht haar minstens vier uur per dag belastbaar als rekening wordt gehouden met de volgende beperkingen:
- omgaan met stress en andere mentale eisen;
- omgaan met nieuwe dingen: eiseres moet weten waar ze aan toe is;
- communiceren/zich uiten: eiseres heeft moeite zich verbaal uit te drukken; dat gaat beter als zij anderen vertrouwt. Ook heeft zij moeite met het begrijpen van moeilijke/lange zinnen;
- eigen gevoelens uiten: naarmate het vertrouwen toeneemt in haar omgeving, gaat het beter met het uiten van haar gevoelens;
- omgaan met kritiek;
- hanteren van conflicten;
- omgaan met onbekenden.
De arbeidsdeskundige heeft op 8 februari 2019 gerapporteerd dat op grond van de conclusie van de arts en zijn eigen onderzoek eiseres thans geen arbeidsvermogen heeft. Hij vindt de stage-ervaring van eiseres te kort om te concluderen dat zij over werknemersvaardigheden beschikt. Daarvoor is cruciaal het kunnen uitvoeren van instructies. Eiseres moet in staat zijn om een boodschap te begrijpen en zich te kunnen uiten als dat nodig is, bijvoorbeeld als zij een instructie niet begrijpt of in de communicatie met de werkgever. De arbeidsdeskundige concludeert dat eiseres hier momenteel niet toe in staat is. In overleg met de arts concludeert de arbeidsdeskundige dat eiseres in de toekomst wel werknemersvaardigheden kan ontwikkelen met de juiste begeleiding, rijping en groei. De arbeidsdeskundige vindt eiseres dan geschikt voor de taak “vouwen was” (taaknummer 0804). Dit werk is namelijk gestructureerd en overzichtelijk van aard. Er is geen sprake van klant- of patiëntencontacten. Het omgaan met stress is geen onderdeel van het werk. Omgaan met nieuwe dingen is evenmin aan de orde omdat dagelijks dezelfde soort werkzaamheden moet worden verricht.
De verzekeringsarts b&b heeft op 23 september 2019 gerapporteerd dat hetgeen in bezwaar naar voren is gebracht geen reden is voor een andere conclusie. Uit de stukken komt naar voren dat eiseres een positieve groei en ontwikkeling heeft en gemotiveerd is. Met de beschrijving van de onderzoeken bij de intake bij [naam stichting] , de stage en de huidige woonsituatie met begeleiding blijkt dat eiseres de haar opgedragen taken naar tevredenheid verricht en uitvoert. Met de voorbeelden en gegevens van derden (school/stage) komt naar voren dat eiseres ten minste een uur aaneengesloten kan werken. Ook blijkt daaruit dat zij ten minste vier uur per dag belastbaar is.
De arbeidsdeskundige b&b heeft op 31 oktober 2019 gerapporteerd dat hij de conclusie van de arbeidsdeskundige volgt dat eiseres thans niet over basale werknemersvaardigheden beschikt, maar dat met behulp van inzet en continuering van de behandeling/begeleiding verdere ontwikkeling naar volwassenheid van eiseres verwacht mag worden. Daardoor kan volgens hem redelijkerwijs worden verwacht dat eiseres in de toekomst zelfstandig of met begeleiding kan functioneren in arbeid waardoor sprake zal zijn van arbeidsvermogen en participatiemogelijkheden. De arbeidsdeskundige b&b wijst er in dat verband op dat eiseres een half jaar stage heeft gelopen bij kinderdagverblijf [naam kinderdagverblijf] en dat haar stagebegeleidster erg tevreden was. Eiseres heeft een juiste werkattitude en overlegt eerst over een taak voor ze hem uitvoert. Haar communicatie met de leiding is gaandeweg steeds beter geworden; ze durft meer en is opener. Verder stelt de arbeidsdeskundige b&b vast dat eiseres nog behandelingen volgt om haar belastbaarheid te vergroten. Zij woont in een kleinschalige zorginstelling en is ADL-zelfstandig. Zij krijgt hulp en sturing bij de huishoudelijke taken. Ze leert zelfstandiger te worden door haar kamer schoon te maken, de was te doen en (makkelijke) maaltijden voor te bereiden. Op grond daarvan concludeert de arbeidsdeskundige b&b in overleg met de verzekeringsarts b&b dat sprake is van mogelijkheden ter verbetering van de belastbaarheid, verdere ontwikkeling en toename van bekwaamheden. De arbeidsdeskundige b&b vindt ook dat eiseres in de toekomst de taak “vouwen was” zou kunnen uitvoeren in een arbeidsorganisatie en dat er daarom op dit moment geen situatie aanwezig is waarin het arbeidsvermogen duurzaam ontbreekt.
5.
Standpunt van eiseres
Eiseres stelt zich, samengevat, op het standpunt dat wel sprake is van een duurzaam ontbreken van arbeidsvermogen. Zij stelt, onder verwijzing naar vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) dat de besluitvorming door UWV niet zorgvuldig is geweest omdat een concrete en deugdelijke afweging van de feiten en omstandigheden ontbreekt.
Eiseres wijst erop dat er ten onrechte geen recente informatie is ingewonnen bij haar behandelaars. De bij de beoordeling betrokken medische informatie betreft een rapport van
[naam stichting] van 20 maart 2017. Eiseres stelt dat onvoldoende is gemotiveerd dat zij in staat is om een uur aaneengesloten te werken en vier uur per dag belastbaar is. Volgens de arts blijkt dit uit het huidig functioneren, maar eiseres bestrijdt dat nu zij nog schoolgaand is en geen werkervaring heeft. De stage bij kinderdagverblijf [naam kinderdagverblijf] is in 2018 redelijk verlopen, onder andere omdat deze zeer intensief is begeleid en beoordeeld. De stage in 2019 was minder succesvol. Eiseres kon amper reageren op ingewikkelder vragen en opdrachten en reageerde niet bij korte gesprekjes met collega’s. Zij was ook niet in staat en bereid huishoudelijk werk te verrichten. In een overleg is toen geconcludeerd dat eiseres met het uitbreiden van de stage en toewerken naar een betaalde baan werd overvraagd en is besloten dat een stage bij een beschutte werkplaats beter zou zijn. In december 2019 is deze stage dan ook beëindigd. Niet is onderbouwd waarom eiseres, ondanks haar verstandelijke beperking en wat betreft taalbegrip functioneren op 6-7 jarige leeftijd, toch in staat wordt geacht om loonvormende arbeid te verrichten. Door [naam school] wordt geadviseerd eiseres door te laten stromen naar arbeidsgerichte dagbesteding. Dagbesteding wordt niet gezien als loonvormende arbeid en de mogelijkheid om dagbesteding te volgen kan niet worden gezien als het hebben van arbeidsvermogen. Verder stelt eiseres dat onduidelijk blijft welke “voorbeelden en gegevens van derden” de verzekeringsarts b&b bedoelt in haar rapportage. Niet inzichtelijk is waarop de prognose is gebaseerd dat dankzij behandeling/begeleiding haar belastbaarheid zal toenemen. Voor zover die prognose is gebaseerd op medische informatie van [naam stichting] is die immers gedateerd. Bovendien wordt in deze informatie opgemerkt dat de prognose voor het verbeteren van taal en spraak ongunstig is.
De conclusie dat eiseres op dit moment geen arbeidsvermogen heeft maar dit wel kan ontwikkelen wordt volgens eiseres evenmin voldoende gemotiveerd door de arbeidsdeskundigen. Er heeft overleg plaatsgevonden met de verzekeringsartsen maar niet duidelijk is waar dit uit heeft bestaan. Er is in elk geval geen concrete en deugdelijke afweging van alle feiten en omstandigheden gemaakt ten aanzien van de ontwikkeling van de arbeidsparticipatie. Volgens eiseres is het bestreden besluit dan ook onzorgvuldig voorbereid en onvoldoende gemotiveerd.
Op 4 februari 2021 heeft eiseres ter onderbouwing van haar standpunt een verslag van orthopedagoog [naam orthopedagoog] ( [naam woonstichting] ) van 22 januari 2020 ingezonden alsmede een verslag van stagedocent [naam stagedocent] ( [naam school] ) van 8 januari 2021.
De orthopedagoog rapporteert dat eiseres functioneert op een licht tot matig verstandelijk beperkt niveau (ontwikkelingsleeftijd cognitief 8 jaar, sociaal-emotioneel 5 jaar), terwijl ook sprake is van een disharmonisch ontwikkelingsprofiel. De kans op overschatting en overvraging is zeer groot. Zij is niet in staat tot het zelfstandig uitvoeren van taken op basis van instructies zonder adequate ondersteuning van een voor haar betrouwbare andere. De nabijheid van begeleiding is blijvend nodig om te komen tot zinvolle dagbesteding.
De stagedocent geeft aan dat in het stagetraject bij [naam kinderdagverblijf] (schooljaar 2018-2019) is ingezet op ontwikkeling van arbeidsvermogen, maar daarbij bleek zij overvraagd te worden. De verwachting is daarom bijgesteld van arbeid naar dagbesteding, mogelijk arbeidsmatige dagbesteding, maar niet loonvormend.
Eiseres heeft haar stelling over de uitvoering van het onderzoek door een anios in plaats van een verzekeringsarts ter zitting niet langer gehandhaafd.
6.
Beoordeling van de rechtbank